Tijdens een bezoek aan Suriname gingen we naar de intensive care in het ziekenhuis van Paramaribo. Een jongeman die vier weken in coma had gelegen, was enkele dagen daarvoor na gebed ontwaakt.
Samen met Marjorie was ik die middag bij hem geweest om te bidden voor een doorbraak. We hadden gezien dat het gebed deze man meer en meer terug in het heden bracht. We bestraften de machten van de dood en spraken leven over hem uit. Zijn ogen werden helderder en helderder en ik wist: hij hoort elk woord. We spraken over de liefde van Jezus en we zagen de tranen in zijn ogen. Hij kon door de canule niet spreken en toch leek het of wij ook hem konden verstaan.
En nu, twee dagen later, bezochten we hem weer. Op weg naar de afdeling liepen we langs de wachtkamer. Mannen en vrouwen wachtten daar op het noemen van hun naam en nummer om vervolgens naar hun behandelend arts te gaan. Mijn oog viel op een jonge man met krukken; hij leed zichtbaar pijn. Ik hoorde de stille fluisterende stem van de Heilige Geest. Ik wist dat Hij van me vroeg om deze man genezing aan te bieden, maar omdat we een afspraak hadden op de ic liep ik door. Daar aangekomen zagen we dat we te vroeg waren voor het bezoekuur.
Ik liet Marjorie weten dat ik graag terug wilde gaan naar deze knul. ‘Mag ik je iets vragen? Wat is er gebeurd dat je hier met krukken zit?’ vroeg ik toen ik voor hem stond. Zijn moeder stond op en bood me een zitplaats aan naast haar zoon.
Hij vertelde me dat hij de week daarvoor was aangereden en een scheur in zijn bekken had en dat hij ontzettend veel pijn leed. Ik vroeg of ik voor hem mocht bidden. Hij was terughoudend en zei dat hij dat wat vreemd vond, hier in het ziekenhuis. Ik bleef aandringen en toen zei zijn moeder, zoals moeders dat kunnen doen: ‘Luister naar haar!’ en ze liep bij hem weg.
De jonge knul gaf toe aan mijn vasthoudendheid. Ik begon voor hem te bidden, bestrafte de pijn en sprak genezing uit over het bekken. Zijn ogen werden groter en groter. De pijn verliet zijn lichaam en hij voelde dat er genezing kwam. ‘Leg de krukken maar aan de kant,’ zei ik, ‘en ga maar lopen. Jezus heeft je genezen.’
Hij schaamde zich om dit te doen. Ik moedigde hem vol van geloof aan om toch de stappen te zetten. Uiteindelijk ging hij staan en zette hij zijn eerste stappen. Hij wist duidelijk niet of hij huilen moest of lachen. Zijn moeder kwam aanlopen en hij vertelde haar wat Jezus had gedaan. Nooit zal ik zijn verlegenheid vergeten toen hij achter zijn moeder ging staan, zijn hoofd tegen haar rug om zijn tranen te verbergen.
Na ons bezoek aan de ic zagen we de jongen samen met zijn moeder door de gang lopen, een lach van oor tot oor. We spraken nog even met hem en dankten God voor dit grote wonder.
Tekst: © Bijzonder eenvoudig (Erica Duenk)
De verhalen in Bijzonder eenvoudig maken duidelijk dat God jou roept om vanuit je eenvoud bijzondere dingen voor Hem te mogen doen. Soms vanaf een podium, maar meestal gewoon in de alledaagse dingen. De overdenkingen bemoedigen, inspireren en activeren om boodschap van Gods liefde door te geven, daar waar je leeft, werkt of gaat. Wanneer jij onbevangen op weg gaat met Hem en je beschikbaar stelt, dan zul ook jij bijzondere avonturen meemaken.