Want de Heer verliest de rechtvaardigen niet uit het oog en luistert naar hun gebeden.
(1 Petrus 3:12a, NBV)
BEGRIJPEN
Laatst vond ik tijdens het opruimen een boekje dat ik ooit als kind voor mijn verjaardag had gekregen. In mijn mooiste schoolhandschrift had ik er mijn naam en adres in geschreven, en daarna: Zuid-Holland, Nederland, West-Europa, Noordelijk Halfrond, Wereld, Melkwegstelsel, Heelal. Dat had ik van mijn broers en zussen afgekeken en vond ik reuze-interessant. Het maakte me groter dan ik was. Tegelijkertijd bezorgde het me het gevoel slechts een stipje in de oneindigheid te zijn. In deze tijd had ik het aanschouwelijk kunnen maken door mijn adres in te typen op Google Streetview en dan uit te zoomen. Probeer het maar eens. Helemaal op het laatst kijk je vanuit het heelal naar de aardbol. Een aardbol waar op dit moment ruim 7 miljard mensen wonen, een niet te bevatten aantal.
Als je zoiets leest, is het soms lastig te geloven dat de God, Die boven de schijf van de aarde troont en de hemel uitspant als een tent om in te wonen (Jesaja 40:22) jou ziet en hoort. Dat gevoel is van alle tijden. David beschikte nog niet over een geavanceerde computer of over satellietbeelden. Hij keek vanuit de velden waar hij zijn schapen hoedde omhoog naar de nachtelijke hemel en verwoordde het zo:
Zie ik de hemel, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren door U daar bevestigd,
wat is dan de sterveling dat U aan hem denkt,
het mensenkind dat U naar hem omziet?
(Psalm 8:4-5, NBV)
NALEVEN
Herken je dat? Dat gevoel van nietigheid, van nietswaardigheid wellicht? Wie ben ik nou helemaal? Denk ik nou echt dat God naar mij omziet? Het kan hardnekkig zijn, dat gevoel, en het kan je flink onderuithalen. Als je door die bril de Bijbel leest, lijken daar allemaal dingen in te staan die dat beeld bevestigen. We worden vergeleken met een korrel zand, een druppel in een emmer, een stofje op een weegschaal, een bloem op het veld, die er vandaag is en morgen in de oven wordt verbrand, een damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt… Je zou van minder depressief worden!
Maar als je goed kijkt, zie je dat al deze beelden gebruikt worden voor mensen die denken God niet nodig te hebben, of die er niet aan denken God om hulp te vragen. Die worden opgeroepen om eens goed ‘uit te zoomen’ en te zien hoe de verhoudingen liggen. God is oneindig veel groter dan wij en verdient ons ontzag en onze lof.
Aan de andere kant zien we in heel de Bijbel dat God ‘inzoomt’ op ons. Hij laat Zijn oog voortdurend over de aarde gaan om te zien wie Zijn hulp nodig heeft. Om krachtig bij te staan, hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat, zoals de NBG-vertaling van 2 Kronieken 16:9 luidt. Is dat niet geweldig? God is vanaf ons prilste begin met ons begaan en kent ons door en door. Je zou zeggen: je hoeft Hem niets meer te vertellen. Toch wil Hij dat wij Hem actief bij ons leven betrekken. Roep Mij te hulp in tijden van nood, Ik zal je redden, en je zult Mij eren. (Psalm 50:15). God wil mij helpen. Wie ben ik dan om Hem niet te hulp te roepen?
Mijn moeder draaide vroeger altijd een langspeelplaat waar een lied op stond met de titel: Onder miljoenen heeft Hij jou in ’t oog. Dat lied maakte mij duidelijk dat die grote God, Die dat heelal en dat melkwegstelsel had gemaakt, de wereld, het noordelijk halfrond, West-Europa, Nederland en Zuid-Holland, wel degelijk wist wie ik was, daar in dat huisje in de Paradijsstraat in Voorburg. Hoe belangrijk is het om zulke dingen aan je kinderen mee te geven!