Het aanmelden was makkelijk. Op de site kijken, linkje aanklikken en dat was het. Het leverde gelijk een goed gevoel op. Was ik even goed bezig! Net als honderdduizend Nederlanders kon ik het leed op televisie niet meer aanzien en had het gevoel dat ik iets moest doen. Vandaar mijn aanmelding bij Vluchtelingenwerk. Net als vele andere Nederlanders.
Ik kreeg gelijk een mailtje dat het wel even kon duren voordat mijn aanmelding behandeld zou worden in verband met de vele aanmeldingen. ‘Mooi!’, dacht ik enigszins opgelucht. Wel een goed gevoel, maar nog niet de handen uit de mouwen steken.
Maar toen ineens, een aantal weken terug, was daar de mail. Eerst scrolde ik er gedachteloos langs tot mijn oog op het woord ‘vluchtelingenwerk’ viel. Oeps! Dit was niet zomaar een mailtje van een of ander reclamebureau. Nu bestaat de gemeente waar ik woon uit verschillen dorpen. Stiekem hoopte ik dat de functie voor een van de andere dorpen was. Dat zou mijn geweten kunnen sussen. Daar zouden vast ook meer dan genoeg bereidwillige mensen zijn die dat kunnen doen.
Niets was minder waar. Ze vroegen een maatschappelijk begeleider in het dorp waar ik woon. Mijn dorp. Heel dichtbij. Slik! Dichtbij. Wat is er over van mijn woorden, mijn gebed: ik wil beschikbaar zijn, leid mij door Uw Geest? Het komt dichtbij. Heel dichtbij. En dat is spannend en eng.
En nu? Uiteraard heb ik een mailtje teruggestuurd dat ik beschikbaar ben. Want ik ben ervan overtuigd dat je mensen die uit een conflictgebied gevlucht zijn moet helpen. Dat zou ik zelf ook willen. En niet alleen met woorden maar ook met daden.
Ik heb nog niets terug gehoord. Maar toch, ik had actiever kunnen zijn. Kunnen bellen. Langs kunnen gaan bij het kantoor. Ik heb niets van dat alles gedaan. Is het een excuus om te zeggen dat dat niet in mijn aard ligt?
Vorige week werd ik gebeld door een organisatie. Ze vroegen financiële ondersteuning voor de vluchtelingen wereldwijd. Ik kon niet anders dan mijn steun toezeggen, terwijl mijn hart verzuchtte: God, vergeef mij! Als dit dan het enige is wat ik kan doen, laat het gezegend zijn.