Laatst moest ik erg lachen. Ik had een bestelling gedaan en bij de aflevering moest ik mijn identiteitsbewijs laten zien. Daarvoor gebruikte ik mijn rijbewijs. In de tijd dat ik de man die de bestelling had afgeleverd naar de voordeur begeleidde, pakte mijn oudste zoon mijn rijbewijs van de keukentafel. Toen ik de keuken weer in kwam, las hij hardop voor: ‘Muis eventueel Kollenstaart’. De afkorting ‘e/v’ interpreteerde hij dus als ‘eventueel’. Ik vond het heel grappig bedacht. Maar heb hem toen toch maar even uitgelegd dat het ‘echtgenote van’ betekent.
Op een bepaalde manier had hij wel gelijk, bedacht ik later. Mijn achternaam is ‘Muis’. Maar eventueel ben ik ook aan te spreken als ‘Mirjam Kollenstaart’, omdat ik getrouwd ben met een Kollenstaart. Er had ook bij kunnen staan: eventueel kind van God. Of in mijn geval: ‘eventueel dochter van Sutini’.
Over mijn leven zijn verschillende namen uitgesproken. De naam die mijn biologische moeder mij heeft gegeven. De namen die ik door mijn adoptiefamilie met me meedraag. Ik ben gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En toen ik trouwde, nam ik de naam van mijn echtgenoot aan.
Je officiële naam is en blijft je meisjesnaam ofwel de naam van je ouders. Maar eventueel kan ik mijzelf ook ‘Kollenstaart’ noemen. Eigenlijk is dat best bijzonder. Door het huwelijk ben je aan elkaar verbonden, en dat kun je op verschillende manieren zichtbaar maken: door dezelfde achternaam te gebruiken, door allebei een ring te dragen, doordat je samen in één huis woont.
Door het geloof ben je aan God verbonden, maar dat is niet zichtbaar te maken. Je hebt geen akte die God en jij allebei ondertekenen. Je hebt geen naam die je aan Hem verbindt, want doopnamen worden ook aan baby’s gegeven die niet gedoopt worden. Maar is het ook niet de mooiste verbondenheid die er is? Die onzichtbare nabijheid, die onaanraakbare, maar toch voelbare aanwezigheid?
Dat heet vertrouwen. Vertrouwen dat Hij nabij is, erop vertrouwen dat de Heer er altijd zal zijn. Vanaf het begin tot aan het einde, bij je komen en je gaan. Muis – eventueel Kollenstaart. Ik kan ook zeggen Kollenstaart – eventueel van de Heer. Want lang niet op alle momenten in mijn leven laat ik zien dat ik bij Hem hoor. Daar heb ik de zalving als teken van de aanwezigheid van Gods Geest voor nodig. Het moet iedere dag opnieuw Pinksteren worden.
Maar als het iedere dag Pinksteren moet worden in mijn leven, dan moet het ook iedere dag Pasen zijn in mijn leven. Want dan moet ik elke morgen opnieuw mijn eigen ik aan het kruis van Christus spijkeren en opnieuw opstaan in Zijn kracht.
Getrouwd ben je of je bent het niet. Eventueel – dat kan feitelijk niet in een huwelijk. Maar met God lijkt het net alsof dat wél kan. Eventueel leef je op zondag met Hem, maar zodra de werkweek weer begonnen is en er weer een heleboel van je gevraagd wordt, is het net alsof Hij op je nachtkastje blijft liggen. Zodat je God er eventueel nog even bij kunt pakken.
Verbindingen voor langere tijd aan gaan, daar worden we steeds minder goed in. In onze wereld gaat alles snel en flitsend en van het een naar het ander. We pikken overal iets van mee, maar verbinden ons niet gemakkelijk langdurig aan een organisatie of vereniging. We zijn loyaal tot er weer iets anders voorbijkomt dat onze aandacht trekt. Liever houden we een slag om de arm. Eventueel – dat past ons wel.
Maar God is er altijd. Vanaf ons allereerste begin tot aan het einde en daar voorbij. Hij is overal. Niet alleen in Israël, niet alleen bij vasthoudende Bijbellezers en bidders. Hij is overal, Hij is de Koning van deze wereld. Precies het tegenovergestelde van wat we in de wereld tegenkomen. Durf jij je aan die tegenbeweging over te geven?
Tekst: © God vinden in het gewone (Mirjam Kollenstaart)
In het gewone leven, in de alledaagse situaties, in werk of gezin – er is altijd wel iets wat je kan herinneren aan God. Toch lukt het niet altijd om op die manier naar je leven en de wereld om je heen te kijken. De 52 overdenkingen in God vinden in het gewone zijn een voorbeeld en een blijvende herinnering om op elk moment God te verwachten en hem in het gewone te herkennen.