Wat vond jij een van de mooiste momenten van dit jaar? Ik staar naar de vraag die staat gedrukt in het boek Mam en pap vertellen over jou! Een invulboek waar je elk jaar bijzondere dingen van je kind in op kunt schrijven. Het is een soort ikke-boek, maar dan voor de hele jeugd.
Elk jaar neem ik een aantal momenten dat ik ga zitten om bewust na te denken over de vragen. Dan moet ik in een bepaalde mood zijn. Bij het invullen moet ik de aandacht er goed bij hebben. De kinderen wil ik zo veel mogelijk een compleet beeld van hun jeugd geven. Het schrijven ligt mij wel, dat doe ik met plezier. Toch doe ik het ook met een bepaald doel. Wat kunnen de mensen later gebruiken, mocht ik het me niet meer herinneren of er niet meer zijn. Dat laatste is meer een rol gaan spelen sinds ik ongeneeslijk ziek ben. In de boeken voor de kinderen heb ik een aantal jaren kunnen schrijven. Het begint te lijken op een onderdeel van een levensboek. Vaak als ik blader in het boek, verwonder ik mij er over dat ik al zo veel van mijn kinderen heb mee mogen maken. Zal ik volgend jaar weer een stukje mogen schrijven? Zal ik volgend jaar nog over mijn kind kunnen schrijven? Ik weet het niet. Ik niet.
Onze Vader in de hemel heeft ieders naam geschreven in Zijn Levensboek. Alle jaren en dagen van je leven staan daarin geschreven. Hij hoeft niet na te denken over wat er in deze dagen en jaren is gebeurd. Hij weet alles. En dan ook echt alles. Niet een klein, afgeknipt, plukje haar waaraan je de haarkleur van iemand kunt herkennen. Nee, zelfs het aantal haren van iemand is bij Hem bekend. Wat ben ik dankbaar dat ik weet dat er een Vader voor mij zorgt. Hij weet zelfs de jaren die ik mag leven en zelfs de dagen. Nee, zelfs tot op de seconde. Hij weet zelfs al wanneer het laatste woord in ons Levensboek wordt geschreven.
Ik blader nog even door het herinneringsboek van Erik. Voordat ik het boek weer dichtdoe, wil ik nog een vraag invullen. ‘Wat is een leuke uitspraak van mij geweest?’ Daar hoef ik niet lang over na te denken. Je zat bij opa op schoot voor de open haard, kijkend naar het vuur. ‘Opa?’
‘Ja’
‘Waar is eigenlijk de oma-haard?’