Ik weet nog dat ik in 2008 aan mijn vader vertelde ik me ging laten dopen. ‘Dat kan niet’, zei hij. Ik was enigszins verbouwereerd, tot zijn verklaring kwam: ‘Er staat immers: Eer uw vader en moeder, en dat doe jij niet.’
Mijn vader had al in geen dertig jaar de Bijbel open gehad, dus dit was een opmerkelijke uitspraak. Maar hij had wel gelijk. Door omstandigheden heeft mijn moeder niet van mij kunnen houden in mijn jeugd, wat leidde tot vervelende situaties en uiteindelijk een definitieve breuk op mijn vijftiende. Ik gunde haar nog weinig goeds. God zij dank waren er vele lieve mensen die de moederrol op zich hebben genomen, maar de gebeurtenissen met mijn moeder hadden mij wel verwond. En ja, ‘eer uw moeder’ leek voor mij vrijwel onmogelijk. Bovendien worstelde ik met de vraag: wie is mijn moeder? De vrouw die mij gebaard heeft, of diegene die de moederrol opgepakt had?
Uiteraard was ik het er niet mee eens dat ik me niet kon laten dopen. Niemand is voor de doop zonder zonden en ik wilde Jezus volgen. Heel de wereld mocht het weten! Na mijn doop is God met me aan de slag gegaan. Hij houdt zoveel van me dat Hij me niet wilde laten zoals ik was. En dat deed Hij geheel volgens zijn eigen prioriteitenlijst. Vier jaar na mijn doop ging ik trouwen en kwam de vraag weer terug: vraag ik mijn moeder erbij, of niet? Niet, was mijn antwoord. Ik was gestart met de verwerking, maar haar erbij vragen was nog een brug te ver.
Een half jaar na ons huwelijk kreeg ik een miskraam. Ik was hierdoor behoorlijk geraakt. Ik kreeg daardoor echter wel ineens meer begrip voor wat mijn moeder had moeten doormaken. En met dat begrip kwam compassie en medelijden voor het lijden dat zij had gehad in haar leven.
God gaf me een fijne gemeente en gaf me studieboeken over vergeving. Vergeving begon een wens van mijn hart te worden. Daar waar ik nooit voor mogelijk had gehouden: mijn moeder te kunnen vergeven, begon het vertrouwen te groeien dat Hij dat wel kon laten groeien en dat mijn boosheid in de weg stond om bij Hem te komen. Ik wilde vergeving in mijn leven en geen boosheid meer.
In maart 2013 werd ik zwanger en God legde in mijn hart dat mijn moeder ons kindje moest leren kennen en dat ik weer contact moest zoeken. Ik wist dat ik deze contacten zelf niet goed zou kunnen laten verlopen, maar ik wist ook dat ik het met Hem wel aan zou kunnen. De eerste ontmoeting was dan ook ontspannen en boosheid was geenszins te bespeuren. Een wonder? Jazeker! En zo gezegend door God. Mijn geloofsleven heeft daarna wederom een groeispurt gemaakt.
Na dit proces kwam het weer tot me: eer uw vader en moeder. Door dit proces was ik er wel achter. Dit gebod is er gekomen uit liefde voor ons. Daar waar geen vergeving is, is er een blokkade in je hart en dat is niet wat God voor ons wil. In Efeziërs 4:31-32 staat: Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.
Eenieder vult de opvoeding van zijn kinderen in op zijn of haar eigen manier. En natuurlijk is daar altijd wel wat op aan te merken, maar kinderen opvoeden is niet makkelijk (weet ik nu!) en God weet iedere situatie om te buigen naar het positieve. In onze kerk werd ooit de gelijkenis getrokken met een TomTom. Ook al lopen zaken niet altijd volgens het plan dat Hij voor ons heeft gemaakt, Hij weet altijd de route te hercalculeren zodat we alsnog het doel bereiken. Daar waar mijn jeugd moeilijk is geweest, heeft Hij mijn route herberekend en heeft Hij me dubbel gezegend zoals beloofd in zijn Woord (Jesaja 61:7). Of het dan mijn biologische moeder betreft of mijn pleegmoeder, maakt dan dus feitelijk niet meer uit.
Maar wat is dan ‘eren’, was mijn volgende vraag. Is vergeving voldoende? Moeten we nu beste vriendinnen worden? Ook hier geloof ik dat er niet één recept is. We hebben een God van liefde, God IS liefde en ik geloof dat we onze vader en moeder eren door hen minimaal te behandelen zoals Jezus dat zou doen. Door te houden van onze naasten, zoals we ook van ons zelf houden (Matteüs 22:37). En dat ondanks alles wat we met elkaar mee hebben gemaakt (verleden), met onze ogen gericht op de toekomst (eeuwig leven).
Na het lezen van het stuk, weet ik zeker dat de Heilige Geest tot je gesproken zal hebben indien jij ook nog iemand te vergeven hebt. Boosheid, wrok en andere negatieve emoties jegens een ander staan in tussen jouw relatie met God. Joyce Meyer zegt dan ook in haar boek met gelijknamige titel: Doe jezelf een plezier en vergeef. En de mooiste bonus: een trotse hemelse Vader.