Ik ben de Wijnstok en jullie zijn de ranken.
(Johannes 15:5a, NBV)
BEGRIJPEN
Een aantal winters terug huurden we in het zuiden van Portugal eens een huisje dat midden tussen de wijnvelden lag. ’s Zomers ongetwijfeld een prachtig gezicht, maar de korte, kale takken boden nu een trieste en desolate aanblik. ‘Hoe bestaat het dat dit straks weer iets gaat opleveren?’ sprak ik mijn verbazing uit tegen mijn buurvrouw, wier vader een deel van de velden beheerde. Ze knikte begrijpend. ‘Ik weet nog dat ik als kind eens heel boos op papa was, toen na de oogst alles werd gekortwiekt. “Als we dat niet doen hebben we volgend jaar geen druiven meer,” legde hij uit, “let maar op.” Op dat moment geloofde ik er niets van, maar hij had natuurlijk gelijk’.
Ik moest daaraan denken toen ik de Bijbelpassage las in het evangelie van Johannes waarin Jezus met Zijn vrienden door de wijnvelden loopt. Ik kan me zo voorstellen hoe Hij stilstond bij een van de ranken, een zware druiventros in zijn hand nam en zijn vergelijking maakte: ‘Kijk, zonder de wijnstok hebben deze ranken geen houvast en komt er niets van de druiven terecht. Ik ben die Wijnstok; jullie zijn de ranken.’ Een nuchter feit en tegelijkertijd een prachtig, veelomvattend voorbeeld. Toen ik, ter voorbereiding op deze Binnenkamer, in de wondere wereld van de druiventeelt dook, kwam ik het volgende tegen.
- Ranken hebben een duidelijk doel, er moeten druiventrossen aan komen.
- Om dat te kunnen bereiken moeten ze zich laten voeden door de wijnstok.
- Snoeien is hierbij noodzakelijk en heeft verschillende redenen: soms is er te veel blad waardoor de verdere ontwikkeling van de vruchten belemmerd wordt; ook kan de rank zo enthousiast doorgroeien, dat hij te lang wordt waardoor de druiven niet kunnen worden vastgehouden; of enkele vruchten blijven zo klein, dat ze de groei van de rest tegenhouden.
Als we al deze wetenswaardigheden in een geestelijk licht zien, komen we tot verrassende ontdekkingen. Ons doel is vrucht dragen en het enige wat we daarvoor moeten doen, is dicht bij Jezus blijven. Nou ja, ‘het enige’, dat klinkt alsof het een eitje is. Want hoe doe je dat eigenlijk: dicht bij Jezus blijven? Is het genoeg om in gebed en Bijbeloverdenkingen je relatie met God te onderhouden? Of heeft het misschien ook iets te maken met de manier waarop ik Zijn levenslessen, zoals in de Bergrede omschreven, toepas in mijn dagelijks leven? Het is vervolgens de Vader – ‘de Landman’ – Die controleert of alles goed blijft gaan. Soms moet er worden gesnoeid of delen zelfs voorgoed worden verwijderd, en dat doet pijn, maar het zal resulteren in een prachtige vrucht.
Wat houdt die vrucht nu eigenlijk in? Paulus schrijft in zijn brief aan de Galaten: Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. (Galaten 5:22-23) Hé… dat is toevallig; de vrucht van de wijnstok – de druiventros – bestaat eveneens uit meerdere onderdelen… Een concreter antwoord kunnen we niet krijgen. Laten we daarom dicht bij de Wijnstok blijven, zodat ons leven, door het werk van de Landman, veel vrucht zal dragen.
NALEVEN
Liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing… Mijn druiventros is vaak maar een armzalig hoopje rimpelige vruchten. Net als er een of twee zijn waarmee ik voor de dag denk te kunnen komen, zijn er weer andere waarin ternauwernood een verschrompeld krentje kan worden herkend. Een echt goed druivenjaar is er volgens mij nog niet geweest; het blijft tobben met de opbrengst. Maar de Landman is gelukkig geduldig en houdt alles in de gaten. Soms wordt er weer iets gesnoeid, en roep ik: ’Au!’ Ondertussen blijf ik me vastklampen aan de Wijnstok, al is het tot ik er bij neerval. Ooit zal mijn druiventros vol en prachtig zijn!