Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd.
(Klaagliederen 3:22-24, NBV)
BEGRIJPEN
Eenzaamheid – dat is bijna het eerste woord in het eerste hoofdstuk van Klaagliederen. Eenzaam is de stad Jeruzalem, eenzaam is de profeet Jeremia. De vijand is weg, maar ook de stad is weg, kapot en leeg.
Troost – ook dat woord echoot in Klaagliederen 1. Echt eenzaam ben je als je geen trooster hebt. Niemand om je verdriet mee te delen, niemand die er voor je is. De stad Jeruzalem heeft ook geen trooster. Ze heeft foute vriendjes gehad en nu blijf ze alleen en ongetroost achter in de verwoesting.
Misschien herken je dit. Als er iets in je leven verwoest is. Een relatie of een droom. Eenzaam blijf je achter. Misschien heb jij ook wel op de verkeerde mensen vertrouwd. Een trooster is er niet, niemand om je verdriet mee te delen en niemand die jou verder wil helpen. Ik denk dat we allemaal dat gevoel kennen. Het gevoel in een verwoeste stad te leven, niets te kunnen dan alleen daar zitten en om ons heen kijken. Eenzaam en ongetroost. Sommigen van ons zullen het van een moment herkennen, anderen leven er middenin.
Wat bijzonder eigenlijk, dat God ervoor heeft gekozen om een heel bijbelboek hieraan te wijden. Aan de eenzaamheid en het verdriet. De vertwijfeling en de klacht. Blijkbaar mag dat. Blijkbaar is het zelfs goed: om die eenzaamheid en die klacht uit te spreken. Niet zomaar in de ruimte, maar tegen God. Zoals het in de psalmen gebeurt: Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten? (Psalm 13:2). De Bijbel staat vol verhalen waarin mensen vreselijke dingen meemaken, eenzaam zijn en ongetroost. Gelukkig vinden we ook overal in de bijbel teksten, liederen, gebeden waarin gelovigen hun gevoel met God delen.
Klaagliederen eindigt in een gebed, een gebed om bekering en vernieuwing. Klaagliederen eindigt in berouw en schuldbelijdenis. Blijkbaar is dat ook belangrijk, naast de klacht en het verdriet. Als we God opzoeken om ons verdriet aan Hem te vertellen, ons leven Hem voor te leggen, komen we blijkbaar ook hier uit: ‘wee toch ons, dat wij zo gezondigd hebben‘ (5:16) en ‘HEERE, bekeer ons tot U, dan zullen wij bekeerd zijn‘ (5:21).
Maar het centrum van Klaagliederen is niet de eenzaamheid en de troosteloosheid. Ook niet het berouw en de vraag om bekering. Letterlijk het centrum van Klaagliederen is een geloofsbelijdenis: ‘Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt‘ (3:25). Elke morgen als de profeet wakker wordt, is zijn situatie hetzelfde. De stad is verwoest en de herinneringen aan alle wreedheden staan hem levendig voor ogen. Toch is er iets dat niet hetzelfde blijft, maar altijd weer nieuw en fris is: Gods barmhartigheden. Gods barmhartigheden zijn niet opgehouden, maar blijven komen. Ze zijn elke morgen nieuw.
Als je je nood aan God klaagt, als je bidt om bekering en vernieuwing, kun je dat alleen doen als er in je hart die levende hoop is: op Gods barmhartigheid. Als God niet barmhartig is, waarom zou je dan tegen Hem klagen? Als God niet barmhartig is, waarom zou je Hem dan om vernieuwing vragen?
NALEVEN
Ik denk dat we het allemaal wel herkennen: eenzaamheid en vertwijfeling. Wat doen we dan eigenlijk? Houden we het voor onszelf? Zoeken we een vriendin op die tenminste even luistert en niet oordeelt? Als ik van Klaagliederen en de Psalmen in de Bijbel iets leer, is het: klaag je nood aan God. Neem er de tijd voor om aan God te vertellen hoe je je voelt. Om de vragen die in je opkomen uit te spreken, je boosheid misschien zelfs. Dat kun je biddend doen.
Maar misschien schrijf je het liever op. Koop dan een dagboek en begin te schrijven. Schrijf je gebeden uit en luister naar wat God tegen je zegt. Schrijf ook alle gedachten en teksten op die naar boven komen. Misschien heb je zelf wel niet zoveel woorden. Gelukkig zijn er dan de Klaagliederen en Psalmen. Deze woorden worden je gegeven om ze uit te spreken. Zeg ze hardop.
Van Klaagliederen kun je ook leren hoe belangrijk het is om berouw uit te spreken, als dat nodig is. Misschien ontdek je dat er dingen in je leven zijn, die door God vergeven en vernieuwd moeten worden. Wat heerlijk dat we een God hebben die je graag vergeeft! Gebruik de woorden van Klaagliederen 5:21 om dat voor jezelf te bidden. Maar vooral: vergeet de kern van Klaagliederen niet. Herken jij die ongelooflijke hoop op God, die Jeremia heeft? Vertrouw jij erop dat morgen, Gods barmhartigheden weer nieuw zullen zijn? Spreek ook deze regels hardop uit. Leer ze jezelf. Soms leer je iets door het te zeggen, door God te vragen deze woorden echt tot leven te wekken in jouw hart, jouw leven.
Ik wens jullie het onverschrokken geloof in Gods goedheid toe. Misschien wel te midden van de puinhopen. Soms in grote eenzaamheid. ‘Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!’ (Klaagliederen 3:22)