Thuis hebben we een bloemenabonnement, eens in de vier weken krijgen we een prachtig boeket bezorgd. Elke keer als we ze binnenkrijgen is het weer een feestje. Van elke bloemsoort zit er maar één in het boeket, waardoor het een samenstelling is van allerlei verschillende bloemen en bladeren. Die samenstelling maakt me blij. Niet alleen om de bloemen die onze huiskamer zo vrolijk maken, maar ook om de metafoor die ik erin zie.
In die bloemen zie ik namelijk jou en mij. Elke bloem is uniek en zo bijzonder. De details, de kleuren, de fijnheid. Er is geen bloem hetzelfde en toch vind ik ze allemaal mooi. Mooi in hun uniekheid, maar vooral mooi in de combinatie met de andere prachtige bloemen. Samen maken ze het boeket compleet. Samen zorgen ze voor een glimlach op onze gezichten en die van de mensen die bij ons thuis komen.
Zoals die bloemen samen schitteren, zo zijn wij ook bedoeld om te schitteren. Jij en ik zijn gemaakt door dezelfde Schepper. En waar God de bloemen in het veld ‘goed’ noemde, noemde hij de mens ‘zeer goed’. Jij en ik, wij zijn ook kunstwerken. Gemaakt door de Schepper van hemel en aarde. De Schepper van al die schitterende bloemen in het veld. De Schepper van de prachtige exotische dieren. De Schepper van het palet dat de avondlucht kleurt, de Schepper van het helderblauwe water, waarin je je tenen kunt zien wiebelen. De Schepper, die vol creativiteit elk dier, elke bloem, elke plant, elke boom, elke baby, elke traan, elke lach, elk gezicht, elke mens uniek maakt. Hij maakte jou en mij, naar zijn evenbeeld. En in onze kern weerspiegelen we allemaal een stukje van Hem, zoals we in deel 1 van dit boek al zagen. Dat is toch haast niet te vatten?
Je bent uniek. Met je eigen vormen, veelkleurigheid, persoonlijkheid, potentie en ambities. Je bent met zoveel liefde gemaakt. Je bent goed gemaakt, geen foutje, maar bewust precies zo gecreëerd als Hij je heeft bedoeld. Bedacht en geschapen door God, die vol hoop was toen Hij jou schiep. Helaas raken velen van ons gaandeweg in het leven het contact met onze kern (deels) kwijt. Het is het onvermijdelijke effect van Genesis 3. Maar hoop zou geen hoop zijn, als het leven daar zou stoppen. Jezus kwam naar de aarde om ons te verlossen. Om onze zonden te dragen, om de pijn die wij anderen hebben gedaan weg te nemen. Maar ook om onze tranen en de pijn die ons is aangedaan weg te nemen.
Jezus kwam om ons het leven weer terug te geven. Straks, op de nieuwe aarde, waar geen pijn en verdriet meer zijn. Maar ook al nu. Want door Jezus’ bloed kunnen wij – door gebed en een relatie met God – ook nu al een leven leiden als koningskind. We kunnen dankzij God ontdekken wie we zijn en welke prachtige eigenschappen Hij al vanaf het begin in ons heeft gelegd. Dankzij God kunnen we weer in contact komen met onze kern en niet een leven ‘op voorwaarden van anderen’ leven, maar ons leven inrichten zoals God ons heeft bedoeld.
Want zoals je bent als je je vrij en geliefd voelt, zoals je bent als je ogen twinkelen, dat licht is aanstekelijk en een enorme uitnodiging voor anderen om te ontdekken wie jouw Bron is: Jezus.
Tekst: © Geroepen voor Gods plan met jou (Elsa Schaddelee)