Mijn jongste dochter, Story Jane, maakt tekeningen van mij met ontelbare littekens. Ze volgt ze met haar kleine vingertjes en vraagt wanneer ze weggaan. De wonden van mijn vele operaties drijven haar vreemd genoeg naar mij toe. Story Jane ziet ze, stelt er vragen over en blijft dicht bij mij. Ze snapt maar een fractie van wat ze betekenen.
Ik denk dat ze in de kern begrijpt waar mijn littekens over gaan, maar omdat ze zo klein is, is het moeilijk om het voortschrijdende verhaal te begrijpen; zoals ik indertijd het hart van mijn woedende vader niet kon zien vanuit de kleinheid waarmee ik toekeek. Story doet haar best de pijn van ons verhaal op haar jonge leeftijd te kennen en te bevatten.
Ze ziet de tranen, observeert mijn kaalheid. Maar op dit moment is haar enige realiteit de warmte van mijn aanraking en de zachtmoedigheid waarmee ze in haar leventje wordt bejegend. Ze heeft nieuwe zachte hoekjes naast mij gevonden en daar doet ze het mee, nu ik er door de operaties bijna onherkenbaar uitzie.
Ze verlangt naar mijn nabijheid, mijn aanraking, mijn hartelijkheid. Daar wil ze zich elke koude avond opnieuw mee omhullen als ze stiekem bij me in bed kruipt om maar bij me te zijn. Ze klopt niet meer als ze in de kleine uurtjes naar binnen wil. Zachtjes kruipt ze er bij het voeteneind in, vindt de warme ronding in mijn rug en tegen haar mama aan gekruld, keert ze terug naar dromenland. De jaren zullen haar de ogen openen, zoals het mij ook is vergaan, maar vandaag is haar plekje naast mijn liefde haar genoeg.
Laatst verklaarde ze dat ze nooit meer bij mij weg wilde en dat ik altijd de warmte zou blijven waar ze het meest van hield. Ik zei niets, trok haar alleen dichter tegen me aan en gaf haar een knuffel. Hopend op extra dagen; extra dagen om van haar te houden. Ik wil dat ze zich bij iedere terugblik een geliefde dochter zal weten.
Het wonderlijke was dat mijn verhaal ook vrij was om te worden gewijzigd. Ik kon het auteurschap overgeven aan Degene Die mijn levensverhaal het best kon schrijven. Ik kon weer vertrouwen. Ik wist dat er geen gemakkelijk verhaal beloofd was, maar ik was er niet langer een stille waarnemer in. Ik was een prachtige, verloste dochter van de Koning. Ik kon wandelen in genade.
Maar jij? Ontwijk jij je verhaal en leef je uit de pijn van je verleden, of omarm je het met de blik gericht op de horizon om Jezus te zien verschijnen? Hij Die je van je pijn kan bevrijden en naast je wil wandelen in geloof?
‘Iemand die er niet naar verlangt om meer over Christus te ontdekken, weet nog niets over Hem.’
Charles Spurgeon, Voor iedere morgen
Wat is jouw verhaal? Jouw ware verhaal, het verhaal dat je met alle geweld probeert te verbergen, het verhaal dat jou van vrijheid weghoudt? Het Evangelie ontrafelt deze knopen, brengt waarheid waar eerst stilte heerste. Dankzij de genade van Jezus kunnen we eerlijk naar ons leven kijken en hoeven we ons verhaal niet weg te stoppen achter deuren van schaamte.
Als ik mijn handen ophoud om de waarheid van mijn leven te ontvangen en genade en vergeving diep in de pijn van mijn verhaal laat zakken, kan ik het hoofd opheffen, wandelen in genade en vergeving, en me losmaken van de bittere momenten die zo wanhopig zeer doen. Het doet niet af aan de pijn. Maar de verlossing van mijn zware ‘gisterens’ schenkt een zachter hart voor mijn ‘morgens’.
Dit fragment is afkomstig uit In goede handen – het verhaal van Kara’s zoektocht naar Gods aanwezigheid te midden van de strijd tegen kanker. Zonder gemakkelijke antwoorden, maar gericht op het ontvangen van vrede en genade schrijft ze over de worsteling met haar ziekte, het verlangen haar kinderen te zien opgroeien en het moeten loslaten van haar dierbaren. Daarbij richt ze zich telkens op God, die altijd bij ons is, ook in lijden en in alledaagsheid, en die zelfs onze pijn tot iets moois wil maken.