‘Ik ga je doorsturen.’ Die vier woorden wilde ik niet horen, maar ze klonken toch begin februari. Ontzet keek ik mijn fysio aan. Ik stotterde nog een beetje en zei: ‘Maar we zouden pas half februari verder kijken.’ Alsof één week nog zo veel verandering zou kunnen brengen. Nee, dat dat niet kon, besefte ik zelf eigenlijk ook wel.
De huisarts had me al eerder doorverwezen naar een revalidatiecentrum, voor het geval dat. Als dan half februari besloten zou worden dat ik doorgestuurd moest worden, zat ik vast in het systeem. Toen wilde ik daar niets van weten, maar op het moment dat de woorden bij de fysiotherapeut vielen, was ik toch blij met zijn besluit destijds, want nu hoefde ik slechts twee weken te wachten op mijn eerste gesprek in het revalidatiecentrum. Als de huisarts mijn naam niet eerder had doorgegeven, had er zeker weer een maand tussen gezeten.
Maar ik kon het niet helpen dat alles binnen in me tegen dit besluit verzette. Ik wilde dit niet! Ik wilde niet naar weer een nieuwe fysio, weer opnieuw mijn verhaal vertellen, weer – letterlijk – mezelf blootgeven aan een onbekende therapeut. Toen dat allemaal door mijn hoofd ging, kon ik de tranen niet meer tegenhouden; ik voelde me zo ellendig. Het voelde alsof ik niet sterk genoeg was. Dat ik het niet goed gedaan had.
Gelukkig was daar mijn fysio die me liet uithuilen en me rustig uitlegde dat het niet aan mijn inzet lag. Diep vanbinnen wist ik dat ze gelijk had, maar toch… Ik wilde dit niet. Deze stap ‘vooruit’ voelde als eentje achteruit.
De twee weken dat ik moest wachten, was ik zenuwachtig, boos, teleurgesteld en verdrietig. De afspraak bij het revalidatiecentrum die al stond gepland, kwam snel dichterbij en ik vond het zo spannend!
De eerste pre-intake vond eind februari plaats en duurde een uur. Wat een vragen werden er op me afgevuurd. De eerste indruk was goed, fijn en veilig. Ik kreeg groen licht om door te gaan voor de ‘echte’ intake. Raar om dan opluchting te voelen, omdat je ‘slecht genoeg’ bent voor een revalidatiecentrum…
De weken erna waren een soort rollercoaster die niet leek te stoppen. Een gesprek met de revalidatiearts volgde en tussendoor mocht ik me nog een keertje melden bij de bedrijfsarts, de normale fysio liep ook door en dan was er nog contact met de huisarts. En dan als laatste het multidisciplinair intake. Die afspraak duurde ruim drie uur. Eerst had ik een intake met een fysiotherapeut, bewegingswetenschapper en een psycholoog. Daarnaast wachtte er nog een stapel lijsten met duizend-en-een vragen om in te vullen.
Gesloopt was ik die dag. Lichamelijk en geestelijk compleet van de kaart. Zo veel gezegd, zo veel gevraagd, zo veel nagedacht. Het duizelde me… En steeds die ene confronterende vraag: wat wil je dat ik doe voor je? Met mijn steevaste antwoord: ‘Beter maken.’ Garanties gaven ze niet; ik zou aan doelen gaan werken. Dat trof doel, want ik wilde weer helemaal mezelf zijn, maar tegelijk vreesde ik dat dat niet zou gaan lukken.
Vervolgens was het afwachten op de uitslag en de tussenliggende tijd was ik gespannen, voelde ik me beroerd, was bang en wilde weten waar ik aan toe was. Diep vanbinnen wist ik dat God erbij was, maar soms voelde Hij zo mijlenver weg! Gelukkig was er dan de muziek, die me meenam – vanuit mijn diepte naar de aanbidding en weten dat Hij voor mij zou zorgen!