Ik geloof dat er voor God geen onderscheid is tussen kerk, werk, thuis, sport, en alles daaromheen, als we God danken voor het leven en voor alles wat we mogen doen. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem. (Kol. 3:17)
Al het goede dat je krijgt is namelijk een geschenk van God aan jou. (Jakobus 1:17) Maar het is wel aan jou om je leven en werk ook op die manier te zien. Realiseer je dat je God dient door je werk goed te doen, terwijl je je oog op een ander gericht hebt. Evengoed dien je God dus ook als je geniet van een lekkere maaltijd of als je Hem dankt voor de mogelijkheid om te dansen, zingen, springen, rennen, wandelen, kijken, proeven, dromen, et cetera.
Wat je ook doet, dank God voor wat je vandaag te doen hebt, zet je beste beentje voor en heb oog voor de mensen op je weg. Of je nu het team van je zoontje op zaterdag naar wedstrijden toe brengt, zodat ze kunnen groeien in samenwerken en ze leren om goed voor hun lichaam zorgen. Of dat je als kok je talent inzet om heerlijke maaltijden op tafel te krijgen, waardoor de beleving van een avondje weg nog leuker wordt. Of dat je bij de douane mensen een veilige vlucht bezorgt door je werk goed te doen. Of dat je oog hebt voor de klanten en collega’s die jij op je werk spreekt en dat je laat zien oprecht betrokken te zijn.
Het leven is één en een putjesschepper, stratenmaker of aandeelhouder dient God net zo veel met zijn werk als een dominee of zendeling. Je maakt een verschil als je je werk doet vanuit de intentie om een ander verder te helpen, terwijl je jouw door God gegeven talenten gebruikt.
Tekst: © Geroepen voor Gods plan met jou (Elsa Schaddelee)