‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de Heilige Geest u geschonken worden.’
(Handelingen 2:38, NBV)
BEGRIJPEN
De discipelen deden precies wat hun gezegd was te doen. Ze gingen niet weg uit Jeruzalem, maar verwachtten daar de belofte van de Vader (Handelingen 2:4). En dus bleven ze eensgezind volharden in het bidden en smeken, samen met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus en met Zijn broers.
De volgelingen van Jezus deden wat hun was opgedragen en daarna gebeurde alles vanzelf, daar hadden ze totaal geen invloed op. Alsof er een explosie plaatsvond; de Geest werd uitgestort en liet Zich overduidelijk zien. De volgelingen van Jezus bleken ineens te kunnen wat ze eerder nooit konden – ze spraken in andere talen zodat het Evangelie ook voor buitenlanders toegankelijk werd. Velen kwamen tot geloof en lieten zich dopen.
Het was een onbegrijpelijke en onvergetelijke ochtend, het begin van een nieuw tijdperk. Een tijdperk dat nog steeds voortduurt – ook wij leven er nog in. Lukas vermeldt meerdere keren dat de volgelingen van Jezus ‘eensgezind’ bijeen waren, dat ze ‘volhardden’ in het gebed. Opvallend, die eenheid waarmee de volgelingen samen waren. (Je leest het in Handelingen 1:14; Handelingen 2:1, 46; Handelingen 4:24.)
Volharding en gehoorzaamheid, zouden dat de sleutels van de uitstorting van de Geest geweest zijn?
NALEVEN
Gehoorzaamheid is iets wat je moet leren. Vroeger hing er bij ons een rooster in de keuken; hierop stonden allerlei taken die de wij – kinderen – bij toerbeurt moesten doen: maandag tafeldekken, dinsdag afwassen, woensdag brood kopen. Ik had een hekel aan dat rooster. Alleen de gedachte al dat iets moest kon mijn humeur behoorlijk beïnvloeden. Maar achteraf ben ik blij met het rooster. Want hierdoor ik heb gehoorzaamheid geleerd. En heb ik geleerd dat ik mijn tijd soms ondergeschikt moet maken aan die van een ander. Dat ik mijn handen uit de mouwen moet steken, zin of geen zin.
En dus hangt er tegenwoordig in onze keuken ook zo’n rooster – tot ongenoegen van onze kinderen. Maar wij willen onze kinderen graag opvoeden tot gehoorzame mensen, want God maakt gebruik van dienstbaarheid en gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is namelijk de weg van de Geest.
God wil ook graag gehoorzame volgelingen. Mensen die naar zijn woorden luisteren en ernaar leven (Lucas 11:28). Niet omdat Hij zo graag de baas wil spelen, maar omdat God iets moois van je kan maken als je Hem gehoorzaam volgt. De Geest kan krachtig in je werken als je Hem daarvoor de ruimte geeft. Door Gods woorden te gehoorzamen maak je ruimte voor Hem. Gehoorzaamheid zorgt voor groei. God kan iets met jou beginnen als je gehoorzaam Hem volgt. Je zult de Jezus leren kennen op een diepere manier want: Ik zal Mijzelf aan hem [wie Mijn geboden kent, zich eraan houdt en Mijn liefheeft] bekendmaken. (Joh.14:21)
Het is een belofte, ook voor jou en mij.
Gehoorzaam Jezus volgen kun je erg ingewikkeld maken, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Neem een voorbeeld aan de vogels, wijst de profeet Jeremia (Jeremia 8:7). De vogels doen precies wat ze moeten doen. De ooievaar, de gierzwaluw, de tortelduif… de trekvogels volgen allemaal hun instinct. Elk jaar omstreeks dezelfde tijd verzamelen ze zich, maken ze zich klaar voor hun grote reis en iedere keer komen ze op de juiste plek aan. Door hun timing, richtingsgevoel en oriëntatie vinden ze steeds weer de goede weg. God heeft de vogels met veel wijsheid gemaakt. Ze zijn geborgen in Zijn beschermende vaderhand – en maken zich niet druk. Ze kennen de orde van God en houden zich daaraan.
Niet alleen de vogels, ook de mensen zijn geschapen met een richtingsgevoel naar God toe. ‘Wij zijn geschapen tot U.’ (Augustinus) Maar ons geweten en onze intuïtie zijn helaas ernstig aangetast en moeten steeds opnieuw worden bijgesteld. Dat is –God zij dank – mogelijk wanneer je de wetten van God volgt. Je vindt dan – net zoals de vogels – de weg terug naar God.
Ruim daarom belemmeringen uit de weg.
Nodig Hem steeds weer uit Zijn werk in jou te doen.
Blijf vragen om meer van Zijn aanwezigheid.
Vraag Hem meer van Zijn gaven te geven.
Gebruik de hulpmiddelen die Hij je aanreikt.
Want alleen met gehesen zeilen kunnen we wind vangen.