Pas was het Prinsjesdag en las koning Willem-Alexander de troonrede voor. Nu ben ik geen politiek analist, maar volgens mij ging het grootste deel van de troonrede over onze economie. Verder werden in een paar zinnen het vluchtelingenprobleem en de zoektocht naar oplossingen die niet snel en gemakkelijk gevonden kunnen worden geschetst.
Misschien leg ik verbanden die er niet zijn, maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat die twee onderwerpen met elkaar te maken hebben. We doen er op allerlei manieren ons best voor om de financiële crisis te boven te komen. Er moet gewerkt worden, er moet geld verdiend en vooral ook uitgegeven worden. En dat alles heeft tot doel om onze levensstandaard hoog te houden.
Natuurlijk vind ik het prettig om een comfortabel leven te kunnen leiden. Natuurlijk ben ik blij met betaald werk, waardoor ik genoeg geld heb om er met mijn gezin goed van te kunnen leven. Ik ben dankbaar voor de luxe van ons land en realiseer mij dat er ook in Nederland genoeg mensen zijn die het veel minder goed hebben dan ik het heb.
Maar als mijn comfortabele leven ten koste gaat van anderen, als ik het comfort waar ik zelf zo van geniet niet aan een ander gun, dan gaat er volgens mij iets mis. Ik moet denken aan het verhaal dat Jezus vertelt over de rijke man en de arme Lazarus. Je kunt dat lezen vanaf Lucas 16:19. Elke dag viert de rijke man uitbundig feest. Er wordt gegeten en gedronken tot het de feestgangers de neus uit komt en de volgende dag beginnen ze gewoon weer opnieuw. Hij heeft het breed en laat het breed hangen.
Wat een contrast met de man die bij hem voor de deur zit. Arm. Niet om aan te zien. Pokdalig. Bedelend. Afhankelijk. De rijke man leeft aan hem voorbij. O, hij weet heus wel dat er iemand voor zijn deur zit. Hij noemt zijn naam later, dus je maakt mij niet wijs dat de rijke man in zijn leven niet heeft geweten dat Lazarus hoopte op wat kruimels van zijn overvloed.
Zoals gezegd vind ik het altijd geweldig om naar Prinsjesdag te kijken. Maar dat gevoel zakte al snel weg toen ik de troonrede hoorde. Want naast de alledaagse dingen is er voortdurend de roep van de vele vluchtelingen en de vraag hoe we hen op een goede manier kunnen helpen. Maar er zijn nog meer mensen die een beroep doen op de ruimhartigheid, de barmhartigheid, de liefde van hen die ons land regeren. Maar andere waarden lijken belangrijker. Economische groei, stijgende koopkracht, en wat er ook maar nodig is om onze eigen welvarendheid te behouden, zo niet te vergroten.
Het is als bij de rijke man in het verhaal dat Jezus vertelt. Dag in, dag uit doet de arme man een beroep op de ruimhartigheid, de barmhartigheid en de liefde van de rijke man. Maar die heeft het te druk met zichzelf en met het etaleren van zijn eigen geweldige leven.
Het evangelie van Jezus Christus wijst een andere weg. Geeft prioriteit aan andere waarden. Ziet juist de mens in nood en wijst een weg van offers en verliezen, voor de ander en daarmee ook voor jezelf. De rijke man kleedt zich elke dag alsof het Prinsjesdag is, elke dag viert hij uitbundig feest. Jezus gaf die rijkdom, die pracht, dat hemelse allemaal op en ging bij de man aan de poort zitten. Hij mengt Zich onder de vluchtelingen die met grote angst in een rubberbootje stappen op weg naar Kos.
Het is niet zo dat Jezus dat wel even doet. Het is een lijdensweg. Maar het is de enige weg die ieder mens als mens aanziet. Die alle nood en ellende een plek geeft. Hij is de enige die in alle duisternis hoop geeft, nieuw leven, een veilig bestaan.
Tekst: © God vinden in het gewone (Mirjam Kollenstaart-Muis)
In het gewone leven, in de alledaagse situaties, in werk of gezin – er is altijd wel iets wat je kan herinneren aan God. Toch lukt het niet altijd om op die manier naar je leven en de wereld om je heen te kijken. De 52 overdenkingen in God vinden in het gewone zijn een voorbeeld en een blijvende herinnering om op elk moment God te verwachten en hem in het gewone te herkennen.