Zeven dagen lang moeten jullie feestvieren ten overstaan van de HEER, jullie God.
(Leviticus 23:40b, NBV)
BIJBELGEDEELTE
De Heer zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Op de vijftiende dag van de zevende maand begint ter ere van de HEER het Loofhuttenfeest, dat zeven dagen duurt. (…) Zeven dagen lang moeten jullie feestvieren ten overstaan van de HEER, jullie God. Elk jaar moet dit feest ter ere van de HEER zeven dagen lang gevierd worden. Dit voorschrift geldt voor altijd, generatie na generatie. Zeven dagen lang moeten jullie in hutten wonen, elke geboren Israëliet moet in een loofhut wonen, om jullie kinderen eraan te herinneren dat Ik de Israëlieten in hutten liet wonen toen Ik hen uit Egypte wegleidde. Ik ben de HEER, jullie God.”’
(Leviticus 23:33, 40-43, NBV)
EEN STAPJE DICHTERBIJ
Als enthousiaste tiener deed ik mee aan de Nacht zonder Dak.. Van een aantal dozen maakte ik met vrienden een soort hut, waarin we probeerden de nacht door te brengen. Van slapen kwam het niet; het was zo verschrikkelijk koud en ongemakkelijk op de harde ondergrond! Maar ook het idee dat er allerlei ongedierte zomaar over me heen kon kruipen, dat ik niet wist of het hutje in zou storten, als ik me zou omdraaien… Ik ben die nacht nooit meer vergeten.
De Nacht zonder Dak wordt georganiseerd om mensen een idee te geven van hoe het slapen in de openlucht door armoede is. De ervaring verwijst daarmee naar dat wat miljoenen mensen dagelijks ondergaan: kou, slapeloosheid, extreme vermoeidheid, angst en honger.
En nu doen veel joden dat elk jaar vrijwillig. Een week lang wonen ze in een zelfgebouwd hutje. Zij doen dit ter ere van het Loofhuttenfeest. Het Loofhuttenfeest (24-30 september a.s.) is een van de drie belangrijkste joodse feesten: Pesach (de uittocht uit Egypte), het wekenfeest (de ontvangst van de Wet op de Sinaï) en het Loofhuttenfeest (de tocht door de woestijn).
Het hutje (dat mensen soms zelfs op hun balkon maken) van het Loofhuttenfeest verwijst naar de tijd dat de Israëlieten door de woestijn trokken, onderweg naar het beloofde land. God Zelf droeg de Israëlieten op om jaarlijks deze hut te bouwen, zodat hun kinderen zullen weten dat Ik hen ‘in hutten liet wonen toen Ik hen wegleidde uit Egypte’ (zie de tekst van vandaag).
God geeft de Israëlieten dus de opdracht om feest te vieren. Door feesten en tradities – het steeds herhalen van een gewoonte of ritueel – krijgen we zicht op iets groters. Iets wat groter is dan het ritueel of de handeling zelf. Het helpt ons bijvoorbeeld terug te denken aan gebeurtenissen uit het verleden. Door het vieren van bepaalde feesten frissen we ons geheugen op.
Daarom draagt God de Israëlieten op om feest te vieren. En in dit geval, van het Loofhuttenfeest, niet zomaar een avondje – nee, een week lang! En dit doen zij dan ook uitbundig, met maaltijden, offers en lofprijzingen aan God. Op internet zijn talloze beschrijvingen te vinden van hoe het Loofhuttenfeest jaar in, jaar uit, al duizenden jaren lang wordt gevierd.
Het ene verwijst dus naar iets anders: ons Nacht Zonder Dak-hutje verwees naar de armoede die veel mensen dagelijks ervaren. Het hutje tijdens Loofhuttenfeest verwijst naar de God Die Zichzelf aan Israël voorstelt als de Bevrijder én Degene Die voorziet. En de reis van de Israëlieten door de woestijn verwijst naar onze reis: de weg naar het beloofde land. En ook wij verblijven nu eveneens in een tijdelijk onderkomen: ons lichaam.
Soms bevinden we ons in de woestijn, soms in een oase. Maar dat is niet onze eindbestemming, want we zijn allemaal onderweg naar hét beloofde land; het rijk waar God voor altijd onder ons zal wonen. Tot het zover is, mogen we ons vasthouden aan wie wij zijn: vrijgekochte mensen. Want zoals God de Israëlieten vrijkocht uit hun slavernij, heeft Hij ons door Jezus vrijgekocht van alles wat ons verhindert om vanuit liefde te leven!
Je bent dus vrij! Vier daarom feest en herdenk dat Hij je God is. En vier feest om wie jij bent: Zijn geliefde kind.
GEBED
Vader, dank U voor het feit dat U ons hebt vrijgekocht en wij daardoor Uw kinderen zijn geworden. Kinderen die in een tijdelijk onderkomen op weg zijn naar het beloofde Koninkrijk. Herinner ons daar steeds weer aan, als we ons in de woestijnen en oases van het leven bevinden. Vertel ons steeds dat we op een dag voor altijd in Uw nabijheid zullen leven. Wat een vreugde zal dat zijn! In Jezus’ Naam, amen.