Mmm… Ruik je het? Draadjesvlees. Je weet wel, dat malse vlees – van je moeder of je oma of jezelf – dat uren staat te pruttelen op het vuur en zo heerlijk ruikt. Draadjesvlees moet sudderen. Hoe langer, hoe beter, hoe lekkerder.
In mijn leven beleef ik een soort ‘suddertijd’. Afgelopen maanden heb ik de tijd moeten nemen om over veel dingen na te denken. Om uitgesproken woorden te overdenken, herkauwen… laten sudderen. Niet altijd leuk of makkelijk, wel leerzaam.
Sudderen heeft ook iets onzekers: je moet durven wachten, zonder dat je weet wat de uitkomst is. Het is woorden wikken en wegen en ze tegen het licht houden, ze goed bekijken. Het is gedachten naar boven laten borrelen, hoe goed of vervelend ze ook zijn. Het is mogelijkheden benoemen en die van alle kanten bekijken.
We leven in een maatschappij die zo hard racet en rent dat pasklare antwoorden en oplossingen heel prettig zijn. Antwoord a en oplossing b onder je arm meenemen om door te gaan naar het volgende doel of de zoveelste afspraak. En als ik heel eerlijk ben, vond ik het eerder eigenlijk wel prettig om mee te gaan in de flow van hard werken en druk bezig zijn.
Maar de ‘one-minute-filets’ hebben even plaats moeten maken voor ‘draadjesvlees’. Voor sudderen. Dagen, weken, maanden. En moeten we dat soms niet allemaal? Om erachter te komen dat je nog heel veel moet leren. Om te beseffen dat je ook gelukkig – of misschien wel gelukkiger – bent als je niet zo rent en racet. Dat ‘gewoon zijn’ misschien wel een antwoord is op de vraag: hoe word ik gelukkig?
Gewoon zijn. Heb je dat weleens geprobeerd? Zijn. Zonder vooroordelen, zonder oordelen, zonder voorwaarden.
Of vind je stiekem ook dat je pas wat waard bent als je huis netjes en op orde is? Het liefst volgens de laatste trends ingericht. Of pas als je zo veel opdrachten scoort voor je werkgever, zo veel vrijwilligerswerk doet, vriendelijk en leuk gevonden wordt, je in elk geval aan die kledingmaat voldoet, je aan een zeker dieet houdt, veel vrienden en likes op Facebook hebt… En vul zelf maar in en aan.
Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat dit lijstje ook op mij van toepassing is… Maar wie ben je ten diepste? Zijn wie je bent. Punt. Zonder mitsen en maren. Zijn.
Gods mooiste naam is JAHWEH, wat betekent: Ik ben en zal er zijn. Ik ben. God is. En daarom mogen wij ook zijn. God is. Er ook voor ons. Bij Hem kunnen we altijd ‘zijn’. Met onze zorgen. Met onze tranen. Met onze gedachten, twijfels, vragen, (on)mogelijkheden… We hoeven niet eerst aan een waslijst te voldoen. (Een waslijst die je jezelf altijd zo makkelijk oplegt!) We kunnen kracht, licht, leven krijgen bij Hem. Altijd. Zonder voorwaarden of openingstijden.
En dat licht mogen we dan weer uitstralen: er zijn voor anderen. Want God is niet alleen. Hij zal er altijd zijn. Dwars door alle dingen heen. En het feit dat Hij er zal zijn, geeft hoop. Voor mij. Voor jou. Welke weg je ook gaat.
Sluit je ogen, luister dit lied en laat het tot diep in je doordringen. Ondertussen ga ik lekker stoofvlees op het vuur zetten.