Ik las laatst dat Ad den Besten is gestorven. Hoewel ik hem nooit heb ontmoet, geen interviews met hem heb gehoord of artikelen van hem heb gelezen, roept zijn naam gelijk van alles op. Ik ken hem uit het Liedboek.
Let je er wel eens op, bij het zingen in de kerk, door wie zo’n lied geschreven is? In het Liedboek staan talloze liederen, van opwekking tot iona, van black gospel tot Engelse hymne, geschreven door mensen van allerlei slag, ieder met zijn eigen stijl en eigen woorden. Als je gaat letten op wie de schrijver is, leer je iemand kennen. Niet alleen de liederen, ook de schrijver wordt je lief.
Ad den Besten is zo’n schrijver. Hij werkte mee aan de berijming van de psalmen, hij vertaalde veel, vooral uit het Duits, en hij dichtte ook zelf liederen. Poëtische teksten zijn het, waarin ieder woord past, maar – en dat is veel belangrijker – het zijn vooral teksten die mijn hart raken. Want Den Besten bezingt de zekerheid van zijn geloof, maar in zijn woorden hoor ik ook twijfel, verdriet en onmacht.
Eén van zijn liederen is me met de paplepel ingegoten. We zongen het aan tafel, iedereen bij ons thuis kent het uit zijn hoofd. Het is lied 919: Gij die alle sterren houdt.
Soms kun je liederen die belangrijk voor je zijn na verloop van tijd ook weer een beetje kwijtraken. Je gaat anders tegen de woorden aankijken of de beelden raken je niet meer. Maar bij dit lied heb ik dat helemaal niet. Het bezingt volmondig de almacht van God, Hij houdt immers alle sterren in Zijn hand, maar tegelijk beschrijft het vragen die je kunnen overvallen, zomaar; als je naar het journaal kijkt, als je hoort over mensen op een boot, als je leest hoe andere mensen daarover durven te spreken. God, is dan wat U verliet uit Uw hand gevallen?
Den Besten speelt met het beeld van de sterren. Ze zijn in Gods hand, maar er zijn ook menselijke sterren tussen. Die hebben maar weinig kracht, ze doven zomaar, en dan ‘is heel ons leven, door de nacht omgeven‘. Wat is de nacht soms zwart. Het lijkt wel of alle sterren doven, of God ze in andere melkwegstelsels een plek heeft gegeven.
Zo’n lied helpt mij. Het geeft woorden aan wat me soms benauwen kan. Waar is God? Is Hij ons vergeten? Dan houd ik me vast aan de woorden van een ander. Ik laat me meenemen, ze brengen me door de nacht naar die ene ‘stille vaste Ster, Licht der lichten‘. Zo’n lied is een gebed, ik hoef alleen maar mee te zingen.