Na een lang traject van pijn en fysio en doorploeteren, diagnoses en onderzoeken, kreeg ik half maart de uitslag en mijn behandelplan. En die viel tegen. Heel erg tegen.
De intensiteit ervan overviel me… vloog me eigenlijk een beetje aan. Achttien weken zou het traject gaan duren en elke week zou ik twee tot drie keer naar het centrum moeten voor verschillende tijdsduren en verschillende behandelingen. Soms een half uur en andere dagen bijna vier uur. Zwaar en pittig! Maar goed, wat moet dat moet en ik zou ervoor gaan. Ik was strijdvaardig en er helemaal klaar voor – en mee.
Maar net toen alles was bezonken en ik er vrede mee had, kwam er teleurstellend nieuws: ik zou nog twee maanden moeten wachten voor ik aan de slag mocht gaan. Ik snapte het niet en aan de telefoon stamelde ik dat ook uit. Alles had erop geleken dat ik snel kon starten. Hoe kon dit nu? Nog twee maanden langer met pijn iedere dag. Nog twee maanden langer mijn leven op pauze. Nog twee maanden!
Toen ik even daarna een face-to-facebespreking had, werd me een excuus aangeboden; het was niet duidelijk gecommuniceerd. Het was ontzettend druk en ze deden hun best de juiste therapeuten op de juiste patiënten te zetten. Natuurlijk zag ik daar de noodzaak van in, maar oef, wat viel dit tegen. Ik voelde me uit het veld geslagen. Inmiddels zat ik bijna drie maanden in de ziektewet en dat zou dus nog veel langer gaan worden.
De daaropvolgende weken bestonden vooral uit wachten en alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ik een stevige keelontsteking en vervolgens mijn man. En daarmee doofde het kleine vlammetje hoop weer. Hoe moesten we dit zien te redden? Maar met hulp en m’n kiezen op elkaar kwamen we erdoorheen.
Weken verstreken en toen ineens werd het lente. De zon ging schijnen en de wereld werd weer wat lichter! De bomen liepen uit, prachtige bloesems waren te zien en de zon nam in kracht toe. Deze periode nam ik me voor ook veel te rusten. Dus ik was geregeld te vinden in een luie stoel in de zon. Heerlijk! Die extra vitamine D mocht komen. Terwijl ik genoot van de zon en de uitlopende natuur, mijmerde ik over Gods geweldige schepping. Ik liep door de tuin en zag dat onze appelboom al knoppen kreeg, miniknopjes in de framboos en fluweelzachte blaadjes aan alle bomen en struiken.
En ik besefte: na elke winter komt weer een lente. Ook na die van mij.