‘Je bent nu in heksenland en je kunt niet meer weg.’ Dat zegt het mollige, kleine meisje met de felle ogen en het zwarte haar dat alle kanten op piekt. Ze blokkeert de deuropening naar de gang. ‘Ik heb krachten en donker en daarmee heb ik jou betoverd.’
Ze wil mij ook donker maken; daar is ze altijd heel stellig in. Ze wil mij betoveren, in haar macht krijgen en soms zelfs in stukken hakken, koken en opeten. Al zolang ze hier komt spelen, zijn er krachten, skeletten en dood. Haar ouders zijn niet gelovig en willen ook beslist niet dat hun dochter door onze christelijke ideeën wordt besmet. Ik vraag me soms verbaasd af hoe ze kunnen denken, dat deze duisternis onschuldiger is, dan geloven in een God Die liefde is.
Aanvankelijk probeerde ik het meisje van haar lugubere spelletjes af te leiden, maar daar werd ze alleen maar vasthoudender van. Mijn dochter werd dan uiteindelijk heel stil, beklemd door de griezelige fantasieën van haar vriendinnetje. ‘Houd nou op!’ riep ze dan machteloos, waarop het meisje zich met geklauwde handen tot haar wendde. ‘Whaaah!’
Dus die benadering gaf ik maar op. Ik bad om wijsheid en kwam op een idee: ik kon Zíjn waarheid in het spel te brengen. Daarom zeg ik deze keer: ‘Je kunt mij niet betoveren, lieverdje. Ik ben van het licht en als ik mijn handen uitstrek, straalt er liefde over jou.’
‘Maar ik heb een schild,’ beweert de heks, ‘en dat houdt me donker. Ik hoor bij het donker.’
‘Licht is sterker dan donker,’ beweer ik, ‘dus er straalt liefde over jou als ik mijn handen zo doe.’ Ik houd mijn handen in de straalstand, net zoals zij.
‘Ik heb krachten!’ dreigt ze. Ze zwaait met haar toverstafje.
‘Ja dat weet ik. Maar weet je wat de sterkste kracht van de wereld is? Liefde.’
‘Maar je kunt mij niet in je macht krijgen,’ grauwt de heks.
‘Dat wil ik ook niet,’ stel ik haar gerust. ‘Liefde is aardig. Die wil geen macht over je krijgen. Die houdt gewoon van jou.’
De kleine heks straalt een beetje, maar probeert dat weg te moffelen achter een boos heksengezichtje. ‘Het komt wel in me,’ geeft ze toe ‘maar ik verander er niet door. Ik blijf van het donker.’
‘Dat klopt, je verandert alleen als jij dat wilt. Maar je kunt de liefde wel voelen als je het wilt proberen.’
‘Ik wil niet veranderen, maar ik wil het wel voelen.’ Ze komt bij me staan; in plaats van haar van een afstandje te ‘bestralen’, moet ik mijn handen op haar hoofd leggen. Dus ik straal liefde over haar, en blijdschap en vrede en licht, terwijl ik stil voor haar bid.
Mijn dochter, wil het ook proberen. Daarna lopen ze samen hand in hand door heksenland weg, ineens heel lief en kalm.
‘Ik voelde het echt! En jij?’
‘Ja, ik ook. Ik voel me veel rustiger!’
‘Ja, ik ben nu opeens blij. Gek, hè?’
‘Ja, echt gek!’
Ik vind het niet zo gek. Machten van de duisternis proberen dit kleine meisje te regeren, maar de Heilige Geest die in ons woont, is oneindig veel sterker.
Vanaf dat moment lijkt het gedaan te zijn met de skeletten, de dood en de krachten. Ze zijn nu prinsessen en ze maken zich mooi, want er komt een feest. Lieve, mooie, kleine meiden!
Wil je meer lezen over Gods liefde? Lees dan Jaag de liefde na, het weekboek over leven uit liefde. Het geeft inzichten in hoe liefdevol God is en wil je helpen om in je dagelijks leven te leren liefhebben. Elke week lees je een overdenking, krijg je leuke tips en ga je aan de slag met een doe- denk- of schrijfopdracht, en wat je leest, leert en ontdekt neem je vervolgens de hele week met je mee.