Ik ben ik het gemeentehuis om mijn rijbewijs te verlengen. Een oersaai klusje en ik druk me dan ook nog zacht uit als ik zeg dat ik niet echt uitkijk naar deze administratieve handeling. Maar dan wordt plots mijn naam genoemd. Verrast kijk ik op. Ben ik nu al aan de beurt? Dat had ik niet verwacht! Als ik bij de balie kom, kijkt de ambtenaar erachter me lachend aan over zijn brilglazen en zegt: ‘Ik heb vandaag een fantastische aanbieding voor u!’
Is dit een grap? Het is halfnegen ’s ochtends. Ik had een ambtenaar verwacht die niet naar mij kijkt, maar zijn computerscherm aanstaart, terwijl hij nog snel even de laatste administratieve noodzakelijkheden invult voordat ik aan de beurt ben. Natuurlijk met een bakkie zwart goud naast zich (tenminste de derde van die dag). Niets is minder waar!
De ambtenaar vervolgt: ‘Voor slechts € 38,- luttele euro’s mag u vanaf volgende week trekker rijden.’ ‘Nou, op dit moment heb ik mijn hele leven gewacht,’ zeg ik. ‘Ja, dat dacht ik al toen ik u zag komen aanlopen,’ zegt de ambtenaar met een twinkeling in zijn ogen.’ De verdere transactie verloopt zonder al te veel woorden. Het valt me alleen op dat de beste man de tijd neemt op mijn pasfoto zorgvuldig binnen de lijntjes te plakken en mijn gegevens samen met mij door te nemen om te zien of alles klopt.
Als iemand mij had gevraagd om een beroep uit te kiezen afgaande op de karaktereigenschappen van deze man – vrolijk, extravert, humorvol, relatiegericht – zonder mij te zeggen wat hij was, dan had ik never-nooit-niet voor ‘ambtenaar’ gekozen. Eerder voor ‘televisiepresentator’ of ‘leraar’. Toch is de man met de humor ambtenaar bij de gemeente en dat simpele feit verandert mijn dag. Of in elk geval de manier waarop ik ertegen aankijk.
De les die ik eruit haal? Ik hoef mijn omstandigheden niet aan te passen aan wie ik ben om tot mijn recht te komen. Ik hoef niet per se een beroep te beoefenen dat ik echt leuk vind om gelukkig te zijn in mijn werk. Deze man laat mij zien dat ik ook binnen de omstandigheden die me gegeven zijn, kan onderzoeken wie ik voor me heb en hoe ik voor diegene van betekenis kan zijn met wie ik ben en wat ik kan.
De man doet daarvoor twee dingen. Ten eerste ziet hij mij. Hij is niet bezig met het taakje dat hij moet doen. Hij kijkt naar wie hij voor zich heeft en oordeelt dat hij wel een grapje kan maken. Hij proeft ook dat ik nog nooit in mijn leven op een trekker heb gezeten (en dat is correct). Hij onderzoekt – waarschijnlijk onbewust – hoe hij van betekenis kan zijn. Ja, natuurlijk door dat rijbewijs goed en vlot voor me te regelen. Maar hij kan meer en dat doet hij ook. Het ander is dat hij zijn talent inzet voor een ander. Hij heeft aandacht en humor. Daarmee regelt hij ook een fijne start van de dag voor mij. Ik loop lichter het gemeentehuis weer uit.
Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat de ambtenaar ook een leuke start van de dag had. Hij had heus in de gaten dat hij van betekenis was voor mij. Ik vervolg mijn weg naar de supermarkt. Nog zo’n klusje dat moet. Eens kijken of ik bij de groenten iemand kan opvrolijken met een glimlach.