Ik wil niet zeggen dat ik ben vastgeplakt aan mijn telefoon. Zo is het niet. Soms vergeet ik hem weleens een halve dag. Of een uurtje. Maar, misschien ben ik toch wel een beetje verslaafd. Daar kan ik natuurlijk niets aan doen, want al die interessante berichtjes stimuleren het beloningscentrum in je hersenen. En voor je het weet, ben je dan een halfuur verder, terwijl er twee kinderen aan je been hangen en aandacht willen.
Dus. Die telefoon gaat vaker uit zicht. Ik wil mijn tijd zinvoller invullen. Meer tijd voor leuke en nuttige dingen en minder schermtijd. Ook eens rustig voor me uit staren als ik even moet wachten. Als ik afleiding wil, niet automatisch naar mijn telefoon grijpen. Ik ben de baas over dat ding en niet andersom.
Vaker offline dus. Maar hoe? Een brainstormronde met vriendinnen leverde een aantal goede tips op, die ik allemaal uitprobeerde. Van makkelijk naar moeilijk.
• Geen telefoon meenemen naar je slaapkamer – Dat deed ik altijd al, dus was voor mij niet moeilijk. Ik kan niet slapen als ik voor bedtijd nog naar een schermpje staar.
• Facebook van je telefoon halen –Het klinkt zo simpel en dat is het ook. Maar wat een tijdwinst levert het je op om niet tig keer per dag door je Facebook-tijdlijn te scrollen. Waar op een of andere manier altijd wel iets nieuws te zien is (de magie van Facebook). En je mist dus echt niet zo veel. Niets eigenlijk.
• Je telefoon in de gang leggen als je thuis bent – Dit idee was echt een eyeopener voor me. Zo simpel en het werkt als een trein. Want je pakt dat ding toch als je oog erop valt. En uit het oog, is in dit geval ook uit het hart. Ik leg mijn telefoon nu dus standaard (met het geluid aan) in de gang. Als ik eraan denk tenminste. En alleen totdat ik dat apparaat nodig heb als agenda, fototoestel of gewoon om mee te bellen. Want dan vergeet ik hem terug te leggen in de gang. En ligt-ie me alsnog aan te staren op tafel.
• Op mijn werk mijn telefoon in mijn tas laten zitten –Dit leek me wel zo rustig. Als ik het geluid aan zou zetten, zou ik geen telefoontjes missen. En dan zou ik niet steeds getriggerd worden door berichten. Maar de eerste dag dat ik dit wilde doen, ging het meteen al mis. Manlief landde op Schiphol na een werktrip en natuurlijk moesten we contact houden over de vlucht, de treinreis naar huis, de jetlag, de kinderen en allerlei andere zaken. Dus zat ik weer aan mijn telefoon vastgekleefd. Hoe deden we dit vroeger eigenlijk? O ja, toen belden we gewoon. Eén keertje. En verder deden we gewoon allebei ons eigen ding. Ook wel zo relaxt eigenlijk.
• 4G uitzetten, zodat je onderweg geen internet hebt –Een hele zinvolle tip, want juist onderweg zijn er veel wachtmomenten die ik automatisch invul met mijn telefoon: in de rij bij de kassa, bij school, wachtend op bus of trein… In de praktijk was het vooral heel onhandig dat ik onderweg niet per app bereikbaar was. (Hoe laat ben je thuis? Wat eten we? Neem je nog appels mee van de supermarkt?) Ik heb de verbinding dus toch maar weer aangezet. Maar het lukt me wel steeds vaker om op het schoolplein niet automatisch naar mijn telefoon te grijpen. Zo klets ik nog eens met de moeder naast me.
• Alle notificaties van WhatsApp uitzetten en de app alleen maar openen op een vast moment van de dag – Goed, dit is het echte werk. Dit is een heel lastige voor me, ik geef het toe. Ik ben gewoon bang dat ik iets mis. Een belangrijk bericht, of een leuk bericht. Of dat mensen het vervelend vinden dat ik niet reageer, of pas heel laat, of pas als laatste. Dus dit is echt een confrontatie met mezelf. Die ik nog niet ben aangegaan.
Het was heel goed – en ook heel confronterend – om eens bewust bezig te zijn met mijn telefoongebruik. Een aantal dingen zijn echt verbeterd. Maar ik heb ook ontdekt waar mijn grens ligt en daar ben ik best hard tegenaan gebotst. Blijkbaar zijn sommige dingen (zoals mijn wens om bereikbaar te zijn) toch belangrijker dan mijn telefoonverslaving. Ik hoop dat ik hier de komende tijd nog stappen in kan zetten.
Waar ligt jouw grens?