In 2002 was het zover: het allereerste seizoen van Idols ging van start en als kersverse tiener zat ik na een paar afleveringen al snel elke zaterdagavond aan de buis gekluisterd. Een van de redenen daarvan was natuurlijk Jamai. Een andere reden was Jim. (Vraag me niet wat ik in hen zag toen.) Maar de belangrijkste reden was dat ik van al die kandidaten wilde leren, omdat ik diep vanbinnen wilde wat zij deden: op een podium staan en voor een groot publiek schitteren.
Alleen was zingen niet echt iets waar ik in uitblonk, dus mezelf opgeven voor deze talentenshow om hetzelfde te bereiken als Jim en Jamai, was geen optie. En toneelspelen, zodat ik voor een zaal vol mensen kon optreden, was niets voor mij. Dat gold ook voor cabaret en voor dansen, en voor welke podiumkunst dan ook. Er was gewoon niets waarmee ik de planken op kon. En als je niets bijzonders kunt (en ook niet zo bijzonder bent), wat valt er dan nog te schitteren?
Niets, was mijn conclusie, en daarom liet ik mijn droom langzaam maar zeker los. Maar ik had het mis, ontdekte ik vorig jaar, toen mijn zusje me – na de vraag van mijn uitgever of ik een dagboek voor tienermeiden wilde schrijven – wees op de Bijbeltekst ‘Sta op en schitter’ als titel. Dat wordt gezegd tegen Jeruzalem, maar ergens anders las ik dat dat ook voor mij geldt. En voor jou en voor ieder ander. God ziet graag dat jij en ik, gewoon zoals we zijn, opstaan en schitteren. Niet om te laten zien wat we zelf allemaal kunnen, maar om te schitteren voor God en de wereld te laten zien wat Híj kan en doet en is.
Op dat moment wist ik wat ik wilde met het dagboek dat ik zou gaan schrijven: elk tienermeisje vertellen dat ze mag opstaan en schitteren. Dat het geloof en God niets iets zijn waarvoor je je hoeft te schamen, maar dat je ervoor mag uitkomen. Dat je zelfs mag schitteren voor Hem. Tegelijk realiseerde ik me dat dat – opstaan en schitteren voor God – makkelijker is gezegd dan gedaan. Omdat het dagelijkse leven en het geloof in God helemaal niet altijd zo makkelijk samengaan, zeker op die leeftijd.
Want hoe doe je dat nu: je geloof combineren met al je bezigheden, van je sport tot je bijbaantje? Hoe vertel je anderen, bijvoorbeeld op school, over de Bijbel? Hoe leef je samen met God? En wat moet en kun je vandaag de dag met alle waarschuwingen, opdrachten en beloften in de Bijbel? Dat hadden mijn vragen kunnen zijn, toen ik een jaar of dertien, veertien was en ik denk dat veel meer tienermeiden ermee rondlopen.
Daarom ben ik met die vragen in mijn achterhoofd gaan schrijven en heb ik in iedere overdenking en elk gebed proberen duidelijk te maken hoe je in deze wereld kunt opstaan en iets van je geloof kunt laten zien aan de mensen om je heen. Bijvoorbeeld door jezelf te blijven, gelukkig te zijn, vertrouwen te hebben, te getuigen en lief te hebben – een paar van de zesentwintig thema’s uit het dagboek. In de hoop dat elk tienermeisje uiteindelijk, aan het eind van het jaar, is gegroeid in haar geloof, meer heeft geleerd over zichzelf en het geloof, en heeft ontdekt dat God van haar houdt.
Maar wat ik het allermeest hoop, is dat ze durft op te staan en te schitteren voor God, en zo de wereld iets van Zijn licht en liefde laat zien. Want als je dat doet, zul je veel meer schitteren dan Jim en Jamai. Ja, zelfs veel meer dan je ooit kunt in een talentenshow of op welk podium dan ook. Dan zul je schitteren tot in eeuwigheid!
Sta op en schitter is een eigentijds, aansprekend Bijbels dagboek voor tienermeiden. Het bevat voor elke dag een Bijbeltekst met overdenking en aansluitend gebed, onderverdeeld in 26 thema’s – van vrucht dragen en leren, tot moed houden en liefhebben – die tienermeiden meer leren over zichzelf, God en de Bijbel. In de hoop dat ze daardoor ontdekken hoe bijzonder ze zijn, dat God van hen houdt zoals ze zijn en wat het inhoudt om te geloven. Maar vooral dat ze mogen opstaan en schitteren, zowel om te laten zien wie ze zelf zijn, als om Gods licht en liefde te verspreiden in de wereld om hen heen.