Het driejarige zoontje van mijn vriendin heeft nooit lege batterijen. Als een Duracell-konijn draaft hij fulltime door het huis. Hij klautert via stoelen naar het kastje met snoep, roetsjt de trap op en af, en probeert zelfs in de gordijnen te klimmen. De nachten vult hij met een minimum aan slaap (ook voor de gezinsleden) en bij het ochtendkrieken ontploft hij zowat van levenslust. Als je hem op een turbine zou aansluiten, zou hij in zijn eentje ons hele dorp van groene stroom voorzien.
Ik ben er jaloers op. Waar haalt hij dat stuwmeer aan energie vandaan?! Heeft hij een ‘snellader’, of is dit standaard voor driejarigen? Waarschijnlijk was ik zelf ook zo, maar daarvan is weinig over. Bij volwassenen raakt de accu steeds sneller leeg, terwijl opladen meer tijd kost. Wanneer ik als kind mijn
ouders zag knikkebollen bij het achtuurjournaal, dacht ik: dat nooit. Maar ziedaar …
Ik zoek een christelijke manier om dit gebrek aan energie op te lossen. Een waarbij geen ‘snuifpoeders’ of peppillen komen kijken. Zal ik mijn haar laten groeien zoals Simson? Veganistisch worden à la Daniël? Wilde honing eten zoals Jonatan (al was dat voor hem niet ongevaarlijk, zie 1 Samuel 14)? Of toch maar aan de cafeïnedrankjes?
Al zoekend bedenk ik dat God ooit besloot dat mensen rust nodig hebben, in elk geval de exemplaren boven de drie jaar. Hij bouwde voor ons en Zichzelf een wekelijkse vrije dag in en een derde van ons leven bestaat uit slaap. Jezus deed zelfs een powernap tijdens een orkaan! Zou ik dan actiever moeten zijn dan dat? David wist het: als het nodig is, hebben wij een geweldige ‘Snellader’. ‘Met mijn God spring ik over een muur’, schrijft hij in Psalm 18 (zie vers 30). Paulus zegt bovendien: ‘Ik ben tegen alles bestand door hem die mij kracht geeft.’ (Filip. 4:13) Daar kan geen Duracell-batterij tegenop, toch?
Tekst: © Sestra magazine (2020-1) (Petra Butler)
Petra schreef mee aan Kom op adem, een dagboek dat je elke dag uitdaagt om je rust bij God te vinden. De stukjes zijn bewust kort en nodigen uit om even niets te hoeven, maar gevuld te worden met de vrede van God. De rode draad wordt gevormd door de namen en eigenschappen van God. Daardoor ligt de focus niet op iets dat lezers moeten doen, maar op stilte en verwondering.