‘Yes, vakantie!’ verzucht onze jongste, als hij het kaftpapier van zijn boeken scheurt. Yes vakantie! denk ik ook, als ik zijn boeken verzamel om ze in te leveren op school. Jaar één van zijn middelbareschoolcarrière zit erop.
Het was een spannend jaar, want waar zijn broers en zus de voorkeur gaven aan ‘doen wat moet en niet meer’ koos hij voor TTO – tweetalig onderwijs – waarbij de vakken zo veel mogelijk in het Engels worden gegeven. Pittig voor hem, en soms ook voor ons.
Met zijn wiskundeboek in mijn handen blik ik terug en ik lees: Draw line A perpendicular to line C using your protractor triangle. Oei. Net twaalf, net van de basisschool af en bij voorkeur bezig met de nieuwe smartphone. En dan dit soort opgaven krijgen om vóór de volgende dag af te hebben. Hij vroeg mij om hulp bij deze opgave, maar eerlijk gezegd… Wat is in vredesnaam een ‘protractor triangle’? En ‘perpendicular’?
Tweetalig onderwijs is onderwijs voor zowel kind als ouder, dacht ik weleens als we ons samen door Engelstalige wiskundige puzzels heen worstelden. Het ging over ‘cuboids’, ‘hexagons’, ‘triangels’ en ‘points of intersection’. Hij zuchtte, maar zodra hij klaar was met zijn huiswerk, ging hij vrolijk verder met filmpjes opnemen met zijn smartphone, terwijl ik even bij moest komen van dit hersenwerk.
In de eerste maanden hielp ik hem met history, geography en nog meer mathematics en bleek mijn Engels gelukkig van zodanig niveau dat ik hem nog voldoende te bieden heb. In de loop van het jaar besefte ik echter ineens dat hij nauwelijks meer mijn hulp inriep. Zijn cijfers waren prima, een paar uitglijders in het begin, maar hij had aardig snel door hoe het moet.
En dan ineens zit het schooljaar erop. Er is een reisje geweest naar het Verenigd Koninkrijk met een verblijf in een gastgezin. Waar géén Nederlands werd gesproken! Zag hij er in het begin nog tegen op, uiteindelijk kreeg hij er zin in. Hij verheugde zich op het Engelse ontbijt en oefende van tevoren met ons vast wat Engels. Wow, impressive!
Ondanks zijn aarzelingen deed hij het dus gewoon en daardoor begon ik mij af te vragen: Durf ik dat ook? Durf ik mijn hart te volgen, dat bij schrijven ligt, terwijl ik verpleegkundige ben? Misschien moet ik maar doen, wat deze brugger zei, toen hij nog maar in groep drie zat: ‘Van proberen kun je leren.’ Hoe waar is dat… Ja, laat ik maar eens wat proberen!