Wat blijft er over van je geloof als je heel veel kwijtraakt? Dat was de drijvende vraag achter het boek Chana. Het liefste zou ik nu typen dat mijn geloof zo sterk is dat het overeind blijft, maar ik heb zo mijn twijfels…
Ik ben namelijk niet zo sterk. Het is leuk om je te verdiepen in de wereld van de Bijbel, in de tijd waarin bijvoorbeeld Chana leefde, maar ik vind het best moeilijk om echt met God te leven. Het voelt nooit als genoeg. Als ik bijvoorbeeld iets aan een goed doel geef, denk ik daarna: had ik niet meer kunnen geven?
Lees ik genoeg in de Bijbel, bid ik genoeg? Bid ik wel op de manier die God aangenaam vindt? Ben ik wel bezig met te zoeken naar Zijn wil? Dat zijn nog maar een paar van de vragen die me kunnen kwellen. Vooral als ik mensen tegenkom die zo zeker lijken te weten wat God gaat doen. Dan voel ik me klein en lijkt mijn hoofd zich te vullen met touwen die in knoop zitten.
God is goed, ook zijn er dagen waarin al het kwaad in de wereld mij lijkt op te slokken. Voor Hem is de duisternis als licht.
Zei ik: ja, de duisternis zal mij opslokken! –
dan is de nacht een licht om mij heen.
Zelfs de duisternis maakt het U niet duister,
maar de nacht licht op als een dag,
de duisternis is als licht.
Psalm 139: 11,12
David is bekend met de duisternis en weet dat God ook daar is. Men weet niet wanneer hij dit lied heeft geschreven, maar over de verliezen van David vertelt de Bijbel wel. Bijvoorbeeld de te vroege dood van zijn vriend Jonathan, van het eerste kindje dat hij met Bathseba kreeg en zijn twee andere zonen Amnon en Absalom, van de verkrachting van zijn dochter Tamar.
O ja, David kende de duisternis beter dan ik.
In de moeilijke tijden in zijn leven bezingt hij ook Gods trouw. God doet wat Hij belooft. Dat zie ik als ik naar Israël kijk, maar ook als ik naar mijn eigen leventje kijk. Hij doet zelfs nog meer dan Hij belooft. Zo heb ik veel om dankbaar voor te zijn. Bijvoorbeeld onze twee kinderen. Toen ik op mijn zestiende in het ziekenhuis terecht kwam met de diagnose suikerziekte, lag er een informatiefolder naast mijn bed. Daarin las ik dat iemand met suikerziekte beter geen kinderen kan krijgen. Het advies luidde: sterilisatie.
Dat was voor mij duisternis. Pas jaren later ontdekte ik dat de informatie achterhaald was (we hadden toen nog geen internet). Door de suikerziekte zijn kinderen nooit een vanzelfsprekendheid geweest en het doet nog steeds pijn als mensen praten over kinderen krijgen alsof ze in de achtertuin groeien en je ze alleen maar hoeft te plukken. Ik ben me er goed van bewust dat ik in mijn handjes mag knijpen met onze twee kinderen.
Genoeg lichtpunten, zou je zeggen. En dat is ook zo. Toch blijft de duisternis aanwezig. Misschien kun je zeggen dat lichtpunten in het donker beter te zien zijn. Dat zal inderdaad. Toch denk ik dat wij niet voor de duisternis geschapen zijn. Het hoort bij deze gebroken wereld dat mensen te vroeg sterven, dat mooie dingen – waarvan je alleen maar kunt voorstellen dat God er met een glimlach naar kijkt – verdwijnen.
De aarde wacht op de dag dat God haar weer heel zal maken. De Bijbel vergelijkt dit met een vrouw die weeën heeft. Ik weet uit ervaring dat weeën altijd te lang duren en ook dat, als het voorbij is en het goed is gegaan, de gelukkigste momenten aanbreken als je je kind kunt vasthouden.
Ik weet niet wat er overblijft van mijn geloof als ons iets ergs overkomt. Ik weet wel dat de God van Israël overal is, ook in de duisternis, en dat Hij mij, als ik Hem loslaat, blijft vasthouden.
Israël, rond het jaar 64. Als de Romeinse bezetter Kafarnaüm onder de voet dreigt te lopen, vlucht Chana met haar gezin. Alles wat vertrouwd is laat ze achter. Tijdens de reis verliest ze haar man uit het oog. Ze doet er alles aan om haar kinderen bij zich te houden, maar dan wil haar zoon zich aansluiten bij de mannen die strijden voor een vrij Israël. Wanhopig reist ze met hem mee en begeeft zich onder mensen die beter niet kunnen weten dat ze een volgeling van Jezus is.Dan ontmoet ze, ver van huis, een oude bekende uit Kafarnaüm. Hij weet meer over de geheimzinnige dood van haar vader.