Never a dull moment als je single bent, want weet je wat ik onlangs ineens bleek te hebben? Een account op Tinder! Joost mag weten hoe, maar tussen de aanbiedingen voor gratis bitcoins en euro’s zat er plots een mailtje van de datingssite. ‘Uw verzoek is goedgekeurd’ luidde de onderwerpregel en nieuwsgierig naar wat voor verzoek ik dan blijkbaar had gedaan, opende ik het bericht. En dat wat ik vervolgens onder een boel kleine lettertjes in kapitalen zag staan, deed me bijna van mijn stoel vallen: Er zijn momenteel drieënzestig personen die je leuk vinden en contact met je willen.
Nadat ik mezelf weer enigszins rechtop op mijn stoel had gepositioneerd en van de eerste schok bekomen was – Want drieënzestig?! Waar kwamen die ineens vandaan?! – boog ik naar het scherm van mijn laptop om die kleine lettertjes te ontcijferen. Zo’n beetje het eerste wat mijn vader me had ingeprent zodra ik boom-roos-vis kon lezen, was namelijk: lees áltijd de kleine lettertjes. Wat ik sindsdien braaf doe. En soms interessante wetenswaardigheden oplevert. (Evenals, in het geval van voedsel, dingen die je helemaal niet wilt weten. Details zal ik je besparen.)
En ‘interessant’ is ook wel een adequate samenvatting van wat ik nu las. Of misschien moet ik zeggen … Ach wat, maakt niet uit. In ieder geval, het bleek dat degenen die mij kennelijk zo leuk vinden niet precies waren wat ik me erbij had voorgesteld of op had gehoopt toen ik dat ene zinnetje las. Die personen waren namelijk niet mannelijk, maar … vrouwelijk. Alle drieënzestig.
Zo kon ik, volgens het mailtje, door middels van slechts één muisklik een afspraakje maken met Grace Anneke. Een achtendertigjarige Amsterdamse biseksueel. Of wat dacht ik van Paige Kate? Een zeer rondborstige van eind twintig uit Hoorn. En was dat niets? Dan had ik wellicht wel zin in een avontuurtje met Brianna Celcey van achtentwintig uit het altijd bruisende Hilversum? Volgens haar profiel een hetero, maar blijkbaar vindt ze een vrouw op zijn tijd geen enkel probleem. (Of zie ik er met mijn slordige knot, jurkjes en toch niet te negeren voorgevel misschien mannelijker uit dan ik denk?)
En zo waren er dus nog zestig. Of mijn voorkeur nu uitging naar een verleidelijke Brabantse of een sexy Gelderse, Tinder had haar voor me; alle soorten en maten waren vertegenwoordigd. Maar zo gevarieerd als het aanbod was, zo eentonig wat ze alle drieënzestig in petto hadden voor de eerste date. Want ze hadden geen van allen zin in een zwijmelfilm, een intiem dinertje bij kaarslicht of een strandwandeling. Nee, ze wilden me allemaal trakteren op iets wat begint met een ‘s’ en eindigt op ‘eks’.
Een onvergetelijke ervaring die ik ‘beslist niet wilde missen’, volgens de Tinder-mail, dus ik moest maar snel mijn account heractiveren. Want, zo werd er daarna met de nodige spel- en stijlfouten meegedeeld, hoewel dat account pas net een feit was, zou dat helaas over drie dagen alweer verlopen. Tenzij ik even mijn bankrekeningnummer invulde. Daarvoor hoefde ik enkel op de link eronder te klikken, meer niet. En als ik dat zou doen, maakte ik bovendien kans op duizend euro. Wat wilde ik nog meer?
Nou, ik ben niet veeleisend, hebberig of zo’n nooit-tevreden-welvaartsmens, hoor, maar nu ze het vroegen … Een prins op het witte paard, graag. Of voor mijn part een bouwvakker op een stoere drilboor. Die min of meer volgens het boekje (lees: verliefd-verloofd-getrouwd-seks-volgorde) te werk gaat. En me op de eerste date trakteert op een heerlijk überromantische film (hint: ik wil I Still Believe graag zien) of iets in die richting. Alles is goed, als de persoon maar niet vrouwelijk is en we iets minder bloots gaan doen op ons eerste afspraakje dan op ‘eks’ eindigende activiteiten.
Of het Tinder gaat lukken om een aantal matches voor me te vinden, is uiteraard niet honderd procent zeker. Maar gelet op de eerder behaalde resultaten (die drieënzestig vrouwmensen), heb ik er alle vertrouwen in dat dit in de toekomst een reeks potentiële echtgenoten zal opleveren. En daarom moet ik subiet een belletje plegen. Ik moet een hek laten plaatsen. Of misschien is een dranghek een beter. Wat zeg ik? Minstens drie!