Het wordt zo langzamerhand steeds meer een sport om alle boodschappen plasticvrij te doen. Ook op andere vlakken ben ik op zoek naar alternatieven. Het resultaat is al duidelijk zichtbaar: pas na twee weken hoefde de afvalzak verwisseld te worden. Hoera, dat gaat goed!
Deze week probeer ik zuivel en vlees afvalvrij te kopen. Yoghurt is in glazen flessen te koop bij de biowinkel, maar ook bij de supermarkt. De flessen lever je weer in en worden hergebruikt, dus dat is behoorlijk duurzaam.
Voor kaas ga ik met mijn bakje naar de kaaskraam op de markt. De eerste keer gaat dat goed, maar de tweede keer niet helemaal. De kaasboer pakt een stuk biokaas voor me en zegt: ‘Kijk, dit stukje past er precies in!’ En voor ik het weet, haalt hij het plastic eraf en gooit dat in de prullenbak. Dat was niet helemaal de bedoeling. De volgende keer maar weer gewoon naar de kraam waar ik de eerste keer was en het goed ging. Of gewoon naar de supermarkt, want die verkoopt ook onverpakte ronde kaasjes, waardoor ik niet per se naar de markt hoef. Wanneer ik voor een recept zachte geitenkaas nodig heb, ga ik naar de plaatselijke kaaswinkel, waar mijn bakje probleemloos wordt volgeschept.
Nu de slager nog. Daar kom ik normaal gesproken eigenlijk nooit en daarom kies ik een rustig moment uit. Hij heeft jammer genoeg geen biologisch vlees, maar ik krijg wel een interessant college over het verschil tussen scharrelvlees en biologisch vlees (wat volgens hem klein is). Met een paar eigen bakjes kip en rundergehakt fiets ik terug naar huis. De helft daarvan vries ik in, we eten toch niet veel vlees en dat scheelt weer een fietstochtje.
Toch ben ik niet helemaal tevreden over deze scharrel-tussenoplossing en daarom zoek ik online nog even verder. Sommige boeren in mijn omgeving bieden een biologisch vleespakket aan van hun eigen koeien, zo weet je precies waar het vlees vandaan komt. Uiteindelijk blijkt een lokale biologische webwinkel voor mij de beste oplossing te zijn. Hier bestel ik niet alleen lokaal vlees, maar ook yoghurt, fruit, groente en nog heel veel andere zaken. Het wordt allemaal netjes thuisbezorgd in een krat met statiegeld. Het vlees heeft hier wel een plastic verpakking, maar minder dan in de supermarkt. In dit geval is er voor mij geen perfecte oplossing, dus kies ik de best mogelijke.
Mijn boodschappenrondje ziet er nu heel anders uit dan eerst. Eerst laadde ik iedere week gestrest mijn kar vol bij de supermarkt. Nu fiets ik gezellig met mijn bakjes en tasjes naar de biosuper, de markt en de kleinere winkels. De kinderen mogen overal proeven en alles is heerlijk vers. De auto heb ik niet meer nodig voor het ene tasje boodschappen dat ik nog bij de supermarkt haal.
Intussen zijn mijn kinderen ook aangestoken met het minder-afvalvirus. Zoon van zes wil graag meer weten over afval verwerken en zelf ben ik ook wel benieuwd hoe dat eigenlijk gaat. Via filmpjes op YouTube ontdekken we dat glas en blik heel goed gesorteerd en hergebruikt kan worden; glas en blik zijn dus goede verpakkingskeuzes.
Plastic kan ook goed machinaal worden gesorteerd (dat is beter dan wanneer het gescheiden worden ingezameld), maar niet alle soorten plastic kunnen even goed worden hergebruikt. Daarbij komt dat nieuw plastic goedkoper is dan gerecycled plastic. In de praktijk wordt plastic vaak ‘gedowncycled’: het wordt gebruikt voor materialen als bloempotten en fietsenrekken, die niet gerecycled kunnen worden.
Je afval scheiden is dus goed, maar minder plastic gebruiken is nog beter. Als er minder vraag naar is, wordt er immers ook minder van gemaakt.
Meer tips: