Mijn dochter roept bij het naar school fietsen: ‘Doei, mam, je bent m’n liefste moeder!’ Ik zwaai terug en roep: ‘Doeg, ik hou van je!’ Terwijl ik naar binnen loop, hoor ik dat ze terug komt fietsen. Ze roept: ‘O ja, vergeten. Samen met m’n China-moeder dan, hè?’ Ik: ‘Tuurlijk schat, uiteraard! No worries!’ En daar fietst ze weer, op weg naar school. Ik kijk haar ontroerd na.
Als adoptiekind voelt ze die loyaliteit soms zwaar drukken. In China is een moeder die haar het leven schonk. Ze kent haar niet, maar voelt zich toch verbonden met haar. Zo verbonden dat het voor haar belangrijk is om tegen mij te zeggen dat ik, samen met haar China-moeder, de liefste ben.
Ik wens vurig dat ze het zegt omdat ze het echt diep van binnen zo voelt. En niet omdat ze zich schuldig voelt naar haar Chinamoeder omdat ze zoveel van haar mama hier thuis houdt. Ik hoop dat ze zich inmiddels zo veilig en geliefd weet in ons gezin, dat ze durft te zeggen dat ze haar Chinamoeder soms zo verschrikkelijk mist. Dat ze het zo erg vind dat ze niet weet hoe ze eruit ziet en of ze op haar lijkt. Dat ze, behalve die negen maanden in haar buik, nog nooit haar stem gehoord heeft en dat ze dat jammer vindt. Dat ze eigenlijk diep van binnen het allerliefste gewoon bij haar eigen mama was gebleven. En ik hoop dat ik, met de juiste voelsprieten, haar vragen en zorgen goed kan inschatten en haar kan helpen die gevoelens te benoemen.
Ik heb er als adoptiemoeder geen enkel probleem mee om soms op de tweede plek te komen. Of een gedeelde eerste plek, net hoe je het wilt omschrijven. Ik De dankbaarheid overheerst. Dankbaar omdat ik hier en nu haar moeder mag zijn. Dat ik een groot deel van haar leven met haar mee mag lopen en haar het leven mag leren. En in gedachten is daar altijd op de achtergrond die onzichtbare rode draad die haar en ons met China verbindt.
We zijn inmiddels twee keer terug geweest. Een keer om haar NaiNai (pleegoma) te bezoeken en een keer om haar broertje te adopteren. Ze heeft dus levende herinneringen aan ‘haar’ land. Laatst liepen we hand in hand door de winkelstraat in ons dorp. ‘Ruik jij dat ook mama?’ vroeg ze me. Ik snoof eens diep en zei: ‘Ja, ik ruik het heel goed, ik geloof dat ik China ruik.’ Met een diepe zucht zei ze: ‘Gelukkig, dan ruiken we het samen.’
Dubbele loyaliteit: Adoptie is een ingewikkeld iets…