Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.
(1 Petrus 2:9-10, NBV)
BEGRIJPEN
Het volk Israël is net bevrijd uit slavernij, uit Egypte. Na drie maanden bereikt het de berg Sinaï. Het volk is diep onder de indruk hoe God die Egyptenaren aangepakt heeft. Ook de reis was indrukwekkend. God heeft veel voor hen gedaan. Waarom eigenlijk? Alleen omdat Hij dat aan hun voorvader Abraham beloofd heeft? En hoe moeten ze nu verder? Ze hebben zo veel jaren in slavernij geleefd, ze zijn bijna vergeten wie ze zelf zijn. Wat verwacht God eigenlijk van hen?
Vanaf de berg roept God tot Mozes. Dit zijn de allereerste woorden die God daar tot hen spreekt. Het is alsof God meteen tot de kern van de zaak komt. Alsof Hij direct al zijn kaarten op tafel legt.
‘Mozes ging de berg op, naar God. De HEER riep hem vanaf de berg toe: ‘Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van Israël weten: “Jullie hebben gezien hoe Ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe Ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij Mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met Mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor Mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken-want de hele aarde behoort Mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan de Israëlieten over.’
‘Mozes ging terug, riep de oudsten van het volk bijeen en deelde hun alles mee wat de HEER hem had opgedragen. En het hele volk antwoordde als uit één mond: ‘We zullen alles doen wat de HEER heeft gezegd.’ Mozes bracht het antwoord van het volk aan de HEER over.‘
(Exodus 19:3-8)
Wat zal het volk Israël zijn? Gods kostbare bezit. Een koninkrijk van priesters. Een heilig volk. Dat is nog eens wat anders dan slaaf en underdog! Een koninkrijk van priesters… Een priester bemiddelt tussen God en het volk. Hij vertegenwoordigt het volk bij God en geeft Gods onderwijzing en zegen door aan het volk. Normaal heeft een volk een paar priesters. Maar hier wordt het hele volk geroepen tot priester. Nota bene vóórdat Aäron, zijn zonen en de stam Levi door God apart gezet worden voor het priesterschap onder het volk Israël, wordt het hele volk tot priester geroepen. Voor wie moet het hele volk dan bemiddelen? Voor elkaar? Juda voor Levi? Naftali voor Efraïm? Nee, God roept hen tot iets veel groters. Hij roept het hele volk om zijn priesters te zijn voor alle volken. Om bij God te bemiddelen voor alle volken en van Gods grote Naam te getuigen. Als zij die roeping serieus gaan nemen, wordt wat God in Genesis 12:3 zegt steeds meer werkelijkheid: ‘En in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.’
Israël is niet alleen uit Egypte geroepen om vrij te zijn, ze zijn geroepen om hun roeping te ontvangen, te aanvaarden en te vervullen.
Tot zover over Israël. Misschien denk je: mooi voor hen, maar wat heb ik daar aan? Als jij Jezus in jouw leven aanvaard hebt, als jij in Hem gelooft, ben jij een kind van God, mag je Hem Vader noemen. Én je mag je een (geestelijk) kind van Abraham noemen. Want Paulus zegt in Galaten 3:6-9:
‘Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. Nu heeft de Schrift voorzien dat God ook andere volken door geloof zou aannemen en daarom aan Abraham verkondigd: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend.’
Jij hoort in Jezus dus bij het geslacht van Abraham. Dat is geweldig! Maar weet je wat nog geweldiger is? Dat jij dezelfde roeping krijgt die het volk Israël bij de Sinaï kreeg! Want Petrus zegt in 1 Petrus 2:9-10: Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.
Ook jij hoort bij een volk dat Gods eigendom is, een koninkrijk van priesters, een heilige natie. Precies zoals het volk Israël zijn roeping kreeg, zo krijg jij die ook.
En voor wie mag jij dan priester zijn? Voor al je medechristenen? Om voor hen te bemiddelen bij God, voor hen te bidden en hen te helpen God beter te leren kennen? Of zou jij deze roeping tot priester vooral van God gekregen hebben om alle volken bij Gods troon te brengen? En ieder die Jezus nog niet kent van Hem te vertellen?
Israël is niet alleen uit Egypte geroepen om vrij te zijn, het is geroepen om zijn roeping te ontvangen, te aanvaarden en te vervullen. Jij bent niet alleen uit je oude leven geroepen om vrij te zijn, maar om je roeping te ontvangen, te aanvaarden en te vervullen – als priester voor ieder die Jezus nog niet kent, voor álle volken.
NALEVEN
Als jij en ik door God Zelf geroepen zijn als priester voor alle volken, hoe zijn we dan priester in de praktijk? Hoe vertegenwoordigen wij de volken bij God, brengen wij de volken bij Gods troon? Bidden wij regelmatig voor de volken, voor die miljarden mensen die Jezus nog niet kennen? Dat kun je doen in je persoonlijke tijd met God. Tijdens de bidstond van je gemeente. Je kunt ook met een klein groepje gaan bidden. Zo kom ikzelf eens in de drie weken samen met twee andere vrouwen. We leggen een grote wereldkaart op de grond en bidden voor volken, landen, vervolgde christenen, vluchtelingen, asielzoekers, buitenlanders. Net zoals de Heilige Geest het ons ingeeft. We hebben ontdekt dat wij daardoor een verschil in deze wereld kunnen maken. Dat wij mee mogen strijden in de geestelijke strijd, zodat de volken Jezus zullen leren kennen.
Een priester heeft ook de taak anderen op God te wijzen, te onderwijzen, zodat zij God beter leren kennen en leren leven naar zijn wil. Wat is het mooi als je betrokken kunt zijn bij kinderwerk, vrouwenwerk, jeugdwerk, ouderen werk, werk als taalmaatje, buddy, vrijwilliger bij hulp aan buitenlanders, enz. Kun je zelf niet naar het zendingsveld in het buitenland gaan? God brengt op dit moment het zendingsveld uit het buitenland bij jou op de stoep. Kijk maar eens naar al de vluchtelingen en buitenlanders. Genoeg werk te doen voor een priester van de Allerhoogste God.
Het zal je zeker tijd, energie, geld en tranen kosten. Het kan je zelfs de hoon en haat van anderen opleveren, van Nederlanders, medelanders en buitenlanders. Vergeet alsjeblieft niet dat de Allerhoogste Heer jou gezonden heeft. Ook Jezus, onze Hogepriester, werd gehoond en gehaat, zelfs gedood.
Is het je nooit opgevallen dat Jezus in Mattheüs 28:19 alleen iets zegt over ‘Ga’, maar niets over ‘veilig terugkomen’?!
‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.‘
Elisabeth Elliot, die haar man verloor toen hij vermoord werd door de Auca indianen, zei: ‘Gods opdracht “Ga dan heen, onderwijs al de volken” was een absoluut gebiedende wijs. De vraag van persoonlijke veiligheid was totaal irrelevant, deed niet ter zake.’ Elisabeth ging terug naar de Auca stam om de moordenaars van haar man het Evangelie te brengen.
Wat doe jij deze week in je bediening als priester?