Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.
(Openbaring 22:5, NBV)
BEGRIJPEN
Het is bijna vakantie! Mijn zoon hoeft alleen zijn boeken nog maar in te leveren, en dan begint het heerlijke nietsdoen. Geen wekker die ’s ochtends vroeg afgaat en met afgemeten stem te kennen geeft dat het tijd is om op te staan. Geen jachtige zoektocht naar alle benodigde schoolboeken, jas, tas en schoenen. Geen eindeloze fietstocht naar het oord waar men gekweld wordt met lessen, opdrachten en huiswerk. In plaats daarvan een eindeloze zee van zonnige dagen. Alleen al het vooruitzicht van een heerlijke, lange vakantie geeft een fantastisch gevoel.
De laatste paar weken is het thema ‘wederkomst’ een paar keer voorbijgekomen in de preken op zondag. Wanneer Jezus verschijnt op de wolken, breekt er een nieuwe tijd aan. Het zal er totaal anders aan toegaan dan nu het geval is. Geen rouw, geen tranen, geen jammerklacht, geen dood, geen ziekte zal er zijn. Het staat haaks op wat we nu gewend zijn. Het koninkrijk van God zal aanbreken in volle glorie, en dat is iets om je op te verheugen. Om met heel je wezen reikhalzend naar uit te zien.
De vraag dringt zich onwillekeurig op: waarom praten we daar dan zo weinig over? Waarom is deze toekomst zo weinig bepalend voor hoe we ons nu voelen? Als je je ergens intens op verheugt, stroomt je mond ervan over. Maar het punt is dat we het er nauwelijks over hebben. We worden opgeslokt door de dagelijkse dingen. ’s Ochtends als ik wakker word, denk ik als eerste aan het werk dat wacht. Aan de was die gedaan moet worden. Aan de klus die op tijd af moet. Aan het kind over wie ik zorgen heb. Ik denk meestal niet verder dan deze dag of deze week, die als een berg voor me opdoemt.
Sinds kort ben ik het ‘taalmaatje’ van een Syrische vrouw die met haar gezin in ons dorp woont. Zij en haar man zijn toegewijde christenen. Ze hebben geluk gehad: ze konden per vliegtuig uit hun land wegkomen, hebben een status gekregen en wonen in een prettig huis. Hun twee zoontjes gaan naar de school een straat verderop en doen volop mee met hun vriendjes. Toch leeft bij die Syrische vrouw en haar man een sterk verlangen naar de wederkomst van Christus. Ze zijn gescheiden van hun familie die deels nog in Syrië en deels in Duitsland woont. Ze missen hun vaderland. Ze zien reikhalzend uit naar een wereld zonder oorlog.
Zo langzamerhand zou dat verlangen bij ons ook vaste voet aan de grond moeten krijgen. Er is onnoemelijk veel leed om ons heen. Oorlog, honger, terreur – echtscheiding, mishandeling, ziekte. Het komt nooit meer goed met deze aarde. Maar er zal een nieuwe aarde komen, een nieuwe hemel. Zo mooi en zo schitterend, dat we ons er geen voorstelling van kunnen maken. Zo rijk en volmaakt, dat alleen God het bedacht kan hebben. Zo goed en prachtig, dat we dat iedereen gunnen en onze mond ervan overstroomt.
NALEVEN
Die nieuwe hemel en aarde zetten de huidige aarde in een ander licht. De wetenschap dat er een prachtige toekomst in het verschiet ligt, helpt me om de problemen van nu te relativeren. Het helpt me ook om dingen in het juiste perspectief te zien. Die toekomst is er voor hen die Jezus kennen. Er zijn nog zo veel mensen die Hem niet kennen! Ze leven zonder hoop en zonder God in deze wereld. In het licht van de wederkomst krijgt de opdracht om uit te gaan en discipelen te maken extra urgentie.
Persoonlijk vind ik het een hele zoektocht om die opdracht in het leven van alledag vorm te geven. Op het zendingsveld, waar ik vijftien jaar lang heb gewerkt, was het wat dat betreft ‘makkelijk’. We waren daar met de duidelijke missie om het Evangelie te verkondigen. Maar in Nederland ben ik vertaler en kunstenaar. Werk waar ik heel dankbaar voor ben, maar waarmee ik niet direct het Evangelie verkondig. Werk dat veel energie vergt, waardoor ik weinig energie overhoud voor andere dingen.
De sleutel ligt denk ik in het gericht zijn op God en Zijn toekomst. Als ik in mijn hart ruimte maak voor Gods Koninkrijk, zal mijn mond daar ook van overstromen. Eén manier om dat te doen, is over die toekomst te mediteren. Doe je mee?
Open je Bijbel bij Openbaring 21:1-5. Lees deze verzen langzaam en hardop. Welke zin of welk woord valt je op? Lees het gedeelte nogmaals, en stel jezelf de vragen: Waarom valt deze regel of dit woord me op? Wat wil God mij zeggen? Hoe kan ik daarop reageren?