De deurbel gaat. De kinderen springen van de bank en rennen de gang in. ‘Sinterklaas!’ hoor ik ze alle drie roepen. Eindelijk staat de grote zak van Sinterklaas voor de deur. Een zak gevuld met pakjes. Cadeaus waar de kinderen al de hele middag op zitten te wachten. De deur zwaait open en drie man sterk tillen ze de zak de kamer binnen. Dit moment is zo mooi. Het is niet te omschrijven.
Sinterklaas is een hoogtepunt voor de kinderen, maar ook zeker voor mij. Een cadeau krijgen, is leuk. Je kunt ernaar uitkijken of juist verrast worden. Er zijn zoveel mooie cadeaus die ik om me heen mag zien. Lang niet altijd heb ik er oog voor. Vooral omdat mooie en ook moeilijke momenten me emotioneel maken. Ik zie niet elke dag als een cadeautje. Daar moet ik eerlijk in zijn.
Het zijn vaak kleine momenten die als verrassing uit de hoek komen. De cadeautjes die ik nu mag krijgen, vind ik mooi. Maar daarnaast ben ik ook gericht op een ander groot cadeau. Ik weet dat het cadeau voor me klaarligt. Geen idee wanneer ik het uit mag pakken, maar ik weet dat het onbeschrijfelijk mooi zal zijn en dat het een heel groot cadeau zal zijn. Een cadeau om naar uit te kijken.
Maar soms maakt het me juist onzeker. Het brengt twijfels met zich mee. Is het cadeau er wel? Wanneer dient het moment dat ik het mag zien zich aan? Het lijkt me zo mooi om alvast even onder de verpakking te mogen spieken. Maar ik moet vertrouwen dat het goed is. Weet je Wie de Gever van dit cadeau is? Mijn Vader.
Ooit komt er een dag dat ik het grootste cadeau mag uitpakken. Mijn ogen zullen opengaan in een wereld die we nu ‘hemel’ noemen.
Weer terug naar onze woonkamer. Als de cadeautjes zijn uitgepakt, ga ik tevreden op de bank liggen. De kinderen zoeken een cadeau uit waar ze mee kunnen spelen. Onze kamer is in een mum van tijd in een speelkamer veranderd. Het vuur brandt in de open haard in de hoek. Johan maakt chocolademelk. Het is zo’n ontspannen en mooi moment. Als een warme deken sla ik dit moment om me heen.
Gerben kijkt me aan. ‘Mama, wat is je mooiste cadeau?’
Daar hoef ik niet lang over na te denken. ‘Dit moment vind ik het grootste cadeau. Allemaal blijde gezichten. Ik vind het heel mooi om te zien hoe jullie spelen met je nieuwe cadeaus.’
Geconcentreerd gaat Gerben verder met zijn bouwwerk, totdat het klaar is. Dan draait hij zich om. Zijn ogen glimmen en met een glimlach op zijn gezicht zegt hij: ‘Mam, jij vindt het een cadeau als wij mooi spelen, hè? Nou, ik wil best nog een cadeautje uitpakken, hoor.’