Als je single bent en vrouw, is er een aantal dingen waar je beslist niet zonder kunt. Zoals een elektrische deken, want: geen man om je bed te verwarmen. En een ijsmachine, want: geen man die uit liefde ijsjes voor je haalt. En een elektrische ijskrabber, want: geen man die je bevroren vingers bespaart door de autoruiten voor je schoon te krabben. En een schroevendraaier, want: geen man die je IKEA-aanwinsten in elkaar zet. Maar het meest onmisbaar zijn… buren.
Want hoe handig en sterk je van single-zijn ook wordt – je moet tenslotte alles in je eentje doen – soms heb je aan jezelf simpelweg niet genoeg; zit je verlegen om een beetje mankracht, wat extra wijsheid of praktisch inzicht. Gelukkig bezitten buren dat alles over het algemeen in overvloed en willen ze dat vaak graag met je delen. Die van mij wel, in elk geval.
Dat bleek wel toen een poosje geleden al mijn badkamerlampen onaangekondigd in staking gingen. Echt zo’n gevalletje van: hoe los je dit nu weer op? Want met mijn schroevendraaiertje ging ik dit niets fiksen, vreesde ik. Maar waar ik met mijn handen in het haar zat, wist mijn ene buurman wel van wanten. Ik had nog niet schoorvoetend verteld wat er aan de hand was of hij stond al in mijn badkamer. Resultaat? Mijn lampen schenen een halfuur later nog stralender dan ze eerst hadden gedaan.
Of neem die dag dat ik per abuis mijn auto niet netjes op de oprit naast het huis van mijn andere buren parkeerde, maar pontificaal ervoor. In hun vijver. Tussen hun dierbare goudvissen. Het huilen stond me nader dan het lachen, want hoe moest ik me híér in vredesnaam uit redden? Ik had geen idee. Maar de buren wel. In plaats dat ze woest op me werden of heel hard begonnen te lachen, zeiden ze dat ik er niet over in moest zitten en zorgden ze er vervolgens voor dat de auto binnen mum van tijd weer veilig op het droge stond. Pfiew.
En dit is niet alles. Toen de loods waarin mijn fiets altijd staat onverwacht vanwege mysterieuze redenen niet openging en ik dus niet weg kon, leende de ene buurvrouw mij haar superhippe transportfiets. Alle keren dat ik te lui was om het afgevallen blad op mijn straatje bij elkaar te vegen, blies de ene buurman alles schoon met zijn bladblazer. Die ene donderdag dat mijn fietsketting zijn onafscheidelijke metgezellen, de tandwielen, vaarwelzei, offerde mijn ene buurman zijn vrije avond op om hem er weer om te leggen en hij smeerde hem meteen ook maar.
De dagen dat er de afgelopen jaren ongevraagd een pak sneeuw door de wolken op mijn straatje gedeponeerd werd, baande de ene buurman met zijn robuuste vorkheftruck een sneeuwvrij pad van de weg tot aan mijn voordeur. Zomaar. Zonder te vragen. Nog voordat ik met mijn ogen kon knipperen. En toen laatst mijn internet onaangekondigd een dagje met vakantie ging en ik zo’n beetje radeloos een deurtje verderop aanklopte en de buren vroeg of ik een poosje van hun netwerk gebruik mocht maken, lieten ze prompt alles waar ze mee bezig waren in de steek om hun netwerksleutel voor mij op te zoeken.
En zo ik kan nog wel even doorgaan. Maar dat moet wachten tot een andere keer, want mijn ijsmachine piept; het ijs is klaar. Tijd om de buren te verrassen met mijn onovertroffen single-vrouwen-specialiteit: coupe Merci.
Deze blog is (verkort) verschenen als column in het nieuwe zomermagazine van Sestra met dit jaar als thema ‘dichtbij’. Want wat is het heerlijk om in de zomer tijd te nemen om weer dichterbij te komen: dichter bij je geliefden, de natuur en jezelf. Ontspannen en genieten van elkaar. Neem afstand van je leven van alledag en ontdek hoe dichtbij God is. In dit magazine vind je inspiratie voor gesprekken van hart tot hart, voor het schrijven van je eigen biografie, voor een zomers buurtfeest en de lekkerste limonades. En natuurlijk ook veel lekker-lees-artikelen en DIY. Met Sestra-vakantieschriftje en zelfplukreceptkaarten.