Eerlijk gezegd, ben ik niet zo van de ‘doe je stille tijd elke ochtend’. Sterker nog, de afgelopen maanden zat m’n hoofd zo vol met alles wat er speelde, dat ik weinig behoefte had om mijn hart te delen met God.
Half januari worden we eindelijk verrast met een witte sneeuwdeken. Toegegeven, het is een dun dekentje. Maar het lokt ons allemaal naar buiten voor een uurtje sneeuwpret. Na het avondeten trek ik de kist met sjaals en wanten tevoorschijn.
Wijsheid, je kunt het niet enkel en alleen uit de boekjes halen. Je kunt het niet van internet plukken. Wijsheid is niet voorbehouden aan intelligente mensen. Nee, wijsheid is meer een vrucht van levenservaring.
Niet zo lang geleden zag ik een kruikje van glas, gevuld met kleine pareltjes. De parels stonden voor onze tranen die God zorgvuldig bewaart in Zijn kruik. Psalm 56 vertelt ons dat iedere traan kostbaar is voor God.
Al zal de vijgenboom niet bloeien, geen vrucht meer aan de wijnstok zijn, al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen, geen koren op de akkers staan, al zal geen schaap meer in de schaapskooi staan, geen koe meer in de stal...
Een van mijn mooiste herinneringen in mijn leven is een tienerkamp waar ik mijn hart aan de Heer Jezus heb mogen geven. Ik moet vijftien jaar zijn geweest, maar ik weet het nog als de dag van gisteren.
Ik vind het fijn als dingen in mijn leven ‘werken’. Denk aan de taakverdeling in huis, relaties, maar ook apparaten moeten het doen. Als iets echter niet werkt, of als iets mis dreigt te gaan, dan zit onrust al snel bij mij op de bank.
Amal zit naast me op de bank. Ze friemelt met de papieren in haar handen. Haar donkere haar hangt los om haar schouders en ze heeft diepe kringen onder haar ogen. Ze heeft mijn hulp gevraagd om wat dingen uit te zoeken.
‘Ik red het niet om alles te doen wat ik zou moeten doen.’ Deze overtuiging is een van de onwaarheden waartegen ik voortdurend strijd lever. En deze onwaarheid stond ook op de eerste plaats bij de vrouwen die ik sprak.