#WorldWarIII. Die hashtag was na de dood van Soleimani trending topic op Twitter. En in mijn hoofd. Om de een of andere reden moest ik er voortdurend aan denken; alsof iets wilde voorkomen dat ik daarmee stopte.
Zodra elk jaar de kerst in zicht komt, is het alsof ik naar Eindhoven ben verkast. Want opeens doet mijn vrij schemerachtige habitat niet meer onder voor de Lichtstad. Omdat er overal lichtjes tevoorschijn komen.
Ik moet niet veel van Shakespeare hebben. Alleen al die verschrikkelijke oorbel van hem. Maar het zijn vooral zijn schrijfsels die me niet aanstaan – veel te poëtisch en tragisch naar mijn smaak.
Ik ben niet zo reislustig aangelegd. En waarom zou ik ook willen reizen? Als ik de Toren van Pisa wil zien, kijk ik wel op Google. Voor een foto van mezelf bij het Vrijheidsbeeld is het fotoshoppen uitgevonden.
De dominee had me nog zo gewaarschuwd: ‘Pas op waar je om bidt, want voordat je het weet, krijg je het.’ En dat niet eenmaal, maar meerdere keren. Maar steeds wuifde ik de waarschuwing in gedachten weg.
Wanneer iemand mij als meisje vroeg wat ik later wilde worden, was mijn antwoord steevast kort maar krachtig: rijk. Want het leek me geweldig om geld in overvloed te zijn. Om alles te kunnen kopen wat ik wilde hebben.
Als je single bent en vrouw, kun je niet zonder een aantal dingen. Zoals een elektrische deken, want: geen man die je bed verwarmt. En een ijsmachine, want: geen man die ijsjes voor je haalt. Maar het onmisbaarst zijn… buren.
Ik heb het me zeker al honderd keer afgevraagd. En het me minstens zo vaak voorgesteld. Hoe het zou zijn om onzichtbaar te zijn. Want dat lijkt me wel wat. Stel je eens voor wat een mogelijkheden dat biedt…
Zeg ‘Wie gaat er mee naar Walibi?’ en je hebt vrijwel meteen tien gegadigden. Althans, als iemand dat hier zou roepen, geef ik je op een briefje dat er binnen mum van tijd een heel rijtje mensen staat.